nl - Vertaling van de originele instructies
8 Lokaliseren van storingen
In het geval van alarm of een fout, toont de display een ID-code en gaat de STATUSLED
branden (zie ook Par. 6.3.2).
In het geval van meerdere alarmen en/of fouten, toont de display de belangrijkste.
Alarmen en fouten:
worden opgeslagen met datum en tijdstip
kunnen gereset worden door het apparaat gedurende minstens 1 minuut uit te schakelen.
Fouten veroorzaken het activeren van de statusrelais op de volgende pinnen van de aansluitkast:
enkelfasige versie: pin 4 en 5
driefasige versie: pin 24 en 25
8.1 Alarmcodes
Tabel 14: Alarmcodes
code Beschrijving
A03 Derating
A05 Alarm
A06 LOW alarm
A15 EEPROM schrijffout
A20 Intern alarm
8.2 Foutcodes
Tabel 15: Foutcodes
code
E01
E02
E03
38
Oorzaak
Temperatuur te hoog
Gegevensgeheugen
gegevensgeheugen
beschadigd
Laag water (als P48 = ALR) Controleer het waterniveau in het systeem
Datageheugen
beschadigd
Beschrijving
Oorzaak
Interne
Interne communicatie verloren
communicatiefout
gegaan
Motorstroom hoog
Fout motor
Door de motor
overbelast
Te hoge spanning DC-bus
Fout DC-bus te hoge
Externe omstandigheden
spanning
Oplossing
Verlaag de kamertemperatuur
Verlaag de watertemperatuur
Verlaag de lading
1. Reset de standaardparameters door middel van parameter
P68
2. Wacht 10 sec
3. Start de pomp opnieuw
Als het probleem aanhoudt, neem contact op met Xylem of de
bevoegde distributeur
Stop de pomp gedurende 5 minuten en start deze dan opnieuw.
Als het probleem aanhoudt, neem contact op met Xylem of de
bevoegde distributeur.
Stop de pomp gedurende 5 minuten en start deze dan opnieuw.
Als het probleem aanhoudt, neem contact op met Xylem of de
bevoegde distributeur.
geabsorbeerde stroom te
hoog
veroorzaken de werking van
de pomp van generator
Oplossing
Stop de pomp gedurende 5 minuten en start deze
dan opnieuw. Als het probleem aanhoudt, neem
contact op met Xylem of de bevoegde distributeur.
Stop de pomp gedurende 5 minuten en start deze
dan opnieuw. Als het probleem aanhoudt, neem
contact op met Xylem of de bevoegde distributeur.
Controleer:
de systeemconfiguratie
de positie en de integriteit van de controleklep
of de afsluitklep