nl - Vertaling van de originele instructies
6.5.2 Instelparameters
Nr.
P20
P21
P22
P23
6.5.3 Configuratieparameters van de aandrijving
Nr.
P25
*
Afhankelijk van het gebruikte type pomp
32
Parameter
Password entering
(Wachtwoordinvoer)
[0÷999]
Jog mode
(Schakelmodus)
*
[MIN÷MAX
]
System password
(Systeemwachtwoord)
[1÷999]
Lock Function [OFF, ON]
Vergrendelingsfunctie
[UIT, AAN]
Parameter
Control mode
(Bedieningsmodus) [0-2]
Beschrijving
De gebruiker kan hier het systeemwachtwoord ingeven, dat toegang geeft tot
alle systeemparameters: deze waarde wordt vergeleken met de waarde die in
P22 is opgeslagen.
Wanneer er een correct wachtwoord wordt ingevoerd, blijft het systeem
ontgrendeld voor 10 minuten.
De modus deactiveert de interne regelaar van het apparaat en forceert de
werkelijke bedieningsmodus (ACT): de motor start en de waarde van P21
wordt het tijdelijke ACT-setpoint. Het kan gewijzigd worden door gewoon een
nieuwe waarde in te voeren in P21 zonder die te bevestigen; anders zal de
tijdelijke bediening onmiddellijk verlaten worden.
Dit is het systeemwachtwoord en het moet hetzelfde zijn als het wachtwoord
dat ingevoerd is in P20.
Standaard: 66.
De gebruiker kan door deze functie te gebruiken de parameterinstelling in het
hoofdmenu vergrendelen of ontgrendelen.
Wanneer het AAN staat, voer het wachtwoord van P20 in om de parameters te
wijzigen.
Standaard: AAN.
Meeteenheid
Beschrijving
Met deze parameter wordt de bedieningsmodus ingesteld:
ACT=0, CPP=1 en PPP=2
ACT: Actuatormodus.
ACT
ACT
Een enkelvoudige pomp behoudt een vaste snelheid bij om
het even welke stroomsnelheid. ACT zal altijd proberen om de
afwijking tussen het setpoint van de snelheid en de werkelijke
rotatiesnelheid van de motor tot een minimum te beperken.
CCP: Constante druk van PI.
CPP
CPP
De pomp behoudt een constante drukdeltawaarde (het
verschil tussen de toevoerdruk en de zuigdruk), ongeacht de
doorvoersnelheid.
Er is geen sensor voor de absolute druk vereist. Het
regelalgoritme zal in de sensorloze modus werken. In ieder
geval is het mogelijk om een externe druksensor als alternatief
te gebruiken (zie par. 4.3.3, geconfigureerd van p.40 voor de
aansluitingen): CPP zal altijd proberen om de fout tussen het
setpoint van de druk en de terugkoppeling van het druksignaal
tot een minimum te beperken.
PPP: Proportionele druk van PI.
PPP
PPP
Dit is een bedieningsmodus waarin de pomp een
proportionele drukdeltawaarde (het verschil tussen de
toevoerdruk en de zuigdruk) behoudt, ongeacht de benodigde
stroom. De druk stijgt met de stijging van de stroom. Het
regelalgoritme zal in de sensorloze modus werken. In ieder
geval is het mogelijk om een externe druksensor als alternatief
te gebruiken (zie par. 4.3.3, geconfigureerd van p.40 voor de
aansluitingen): PPP zal altijd proberen om de fout tussen het