Kränzle – techniek
14
Thermostaat
De
thermostaat
temperatuur.
Na het inschakelen van de hogedrukreiniger
verschijnt er op beide displays gedurende ca.
1 seconde „888" als test voor het goed werken
van de displays.
Verder controleert de thermostaat via een
vlotter de minimum brandstofhoeveelheid in de
tank. Bij het onderschrijden van de minimum
hoeveelheid schakelt de thermostaat de
oliebrander uit en het opschrift „OIL" knippert
in het display van de streeftemperatuur (pos.
1). Geeft het reiniger in de bovenste display
„FLA" aan, dan is er sprake van een storing bij
de verbranding.
De thermostaat heeft twee bedrijfsmodi:
1. Temperatuurmodus
Deze modus is altijd geactiveerd wanner het apaaraat ingschakeld wordt of kan met de „°C°-toets
(Pos. 5) gekozen worden. De rode lichtdiode boven de "°C" totes en naast het display van de
voorgegeven temperatuur branden.
De streeftemperatuur wordt met toetsen (+/-, pos. 3 + 4) ingesteld en kan op de bovenste display
(pos. 1) worden afgelezen. Wordt één van de toetsen langer ingedrukt gehouden, dan wordt de
streeftemperatuur snel versteld, in stappen van 5 °C.
De als laatste ingestelde streefwaarde blijft ook na het uitschakelen van de hogedrukreiniger
opgeslagen en staat na het opnieuw inschakelen weer ter beschikking.
De momentane sproeitemperatuur kan worden afgelezen op het onderste display (pos. 2).
2. Procentmodus
Deze modus wordt middels drukken van de „%"- toets (Pos. 6) geactiveerd. De gele diode boven de
„%" toets brandt, de diode naast het display voor de voorgegeven temperatuur knippert.
Bij de temperatuurregeling in gebruikelijke warmwater-hogedrukreinigers als ook hier in de
temperatuurmodus wordt de watertemperatuur aan de uitgang gemeten en middels de door de
gebruiker ingestelde temperatuur aan of uitgeschakeld. Door de grote hoeveelheid water in de
verwarmingsspiraal duurt het lang tot de temperatuursensor registreert dat de brander ingeschakeld
is en de gewenste temperatuur reeds bereikt is, d.w.z. dat de temperatuur hoger stijgt als de gewenste
ingestelde temperatuur resp. ver onder deze ingestelde temperatuur kan zakken.
regelt
de
spuitwater-
1
2
5
3
4
6