Plaatsingsvoorschrift SMART-LINE
Onontvlambare omgeving
Vloer:
De stelpootjes van de haard moeten rechtstreeks op
een dragende ondergrond rusten.
Tussen de inbouwhaard en de vloer moet een 6 cm
dikke isolatielaag aangebracht worden.
Zij- en achterwand:
De beschermmuur vervalt.
De bescherming bestaat uit een isolatielaag van
minstens 6 cm dik. Deze bedekt voegloos de volledi-
ge wand van het gebouw aan de binnenzijde van de
holte van de bekleding.
Plafond:
Het plafond moet minstens 12 cm dik zijn.
Indien de holte van de bekleding boven de haard tot
aan het plafond reikt, moet dit beschermd worden. De
bescherming bestaat uit een isolatielaag van min-
stens 6 cm dik die men rechtstreeks op het plafond
aanbrengt.
De warmte-isolatie rust bovendien op een onontvlam-
bare afsluiting van minstens 2 cm dik met een per-
manente, niet vervormbare thermische weerstand.
LET OP: voor het gebruik van vervangende warmte-
isolatie gelden de aanwijzingen van de fabrikant!
25