Plaatsingsvoorschrift SMART-LINE
18
6.9. Warme luchtaanvoeropeningen
een vrije uitstroom van minstens 700 cm² voorzien,
waarvan minstens 200 cm² niet afsluitbaar moeten
zijn.
6.10. Bekleding
Alzijdig rondlopend uitzettingstape van glasvezel in-
leggen, tussen apparaat en bekleding, evenals tussen
draagkader en bekleding. Deze scheiding moet abso-
luut doorlopend zijn. De bekleding mag het apparaat
niet belasten. Let erop dat de deur ook na het be-
dekken nog te openen en zwenken is.
6.11. Boezemijzer
boezemijzer nooit aan het toestel bevestigen. Aan de
zijden op het opgetrokken metselwerk leggen, voor-
aan dmv trekstang aan het plafond of aan de kamer-
muur bevestigen. Ook de bekleding mag niet op het
toestel rusten. Belangrijk: tussen boezemijzer en
schouwmantel een ceramisch band leggen (uitzet-
tingsvoeg).
6.12. Bauart A1 gewicht HK toestellen (optie)
Dit extra gewicht kan bij alle HK toestellen worden
toegepast. Er zijn 2sets beschikbaar voor alle toestel-
types. Bij de sets zit het plaatsingsvoorschrift.
6.13. Convectiemantel K+HK (Optie)
Wilt U convectieve verwarming toepassen, staat er
een optionele metalen convectiemantel ter beschik-
king. Deze mantel wordt eenvoudig op het toestel ge-
plaatst (geschroefd enkel bij HK toestellen) en lucht-
technisch aangesloten. Plaatsingsvoorschrift is bijge-
voegd.
[1] Aansluiting van de retour-kamerlucht links + rechts
[2] Aansluiting warme convectielucht
Om geen technische problemen te veroorzaken,
moeten alle leidingen aangesloten te worden.