Plaatsingsvoorschrift SMART-LINE
6. Plaatsingsvoorschriften
6.1. Functiecontrole / voorbereiding
Bij de schoorsteentrekapparaten moet de rood be-
schilderde transportbeveiligingsschroef (1) verwij-
derd worden.
Controleer voor de apparaatmontage de afzonderlijke
functie-elementen zoals:
- Schoorsteentrek
- Zijwaarts zwenken van de deur
- Gemakkelijk bedienen van de deurvergrendeling
- Functie van de verbrandingsluchtklep
Verwijder de gebruiksaanwijzing uit de stookplaats
en geef deze met de benodigde instructies aan de ex-
ploitant.
6.2. Plaatsing van het toestel
Toestel plaatsen op de voorbereide, stevige onder-
vloer en met de stelpootjes waterpas op de juiste
hoogte plaatsen.
Voor gebouwen met specifieke akoestische eisen zijn
de pootjes voorzien van een geluidsdemper.
6.3. Isolatie
isoleer het toestel volgens de hoger beschreven
plaatsingsvoorschriften.
Tussen toestel en isolatie moet de dwingend voorge-
schreven convectieruimte voorzien worden.
Isolatie beschermen met stevig en slijtvast materiaal.
15