Plaatsingsvoorschrift SMART-LINE
14
5.9. Convectiestroming
De doorsnede voor de luchttoevoeropening [14] en de
luchtafvoeropening [15] moet steeds 700 cm² bedra-
gen, minstens echter 350 cm².
Minstens 200 cm² van de luchttoevoer- en luchtaf-
voeropening mogen niet afsluitbaar zijn.
In een gebied van 30 cm naast en 50 cm boven de
luchtafvoeropeningen [15] mogen zich geen brandba-
re materialen, bijv. een houten plafond, en geen in-
bouwmeubels bevinden.
5.10. Plafond boven de inbouwhaard
Als de holle ruimte van de mantel boven de haard tot
aan het plafond van het vertrek [17] reikt, moet dit be-
schermd worden indien:
- deze uit brandbare bouwelementen bestaat
- deze als dragend element dient.
De bescherming bestaat uit een 10 cm dikke isolatie-
laag [9] en een 2 cm dikke solide minerale afsluiting
[19]
5.11. Kamervloer vóór de inbouwhaard
De kamervloer vóór de haard moet uit een onbrand-
baar materiaal zijn. De minimum afmetingen van deze
onbrandbare vloer bedragen:
Naar voren toe:
- minstens 40 cm.
Naar de zijkanten:
- minstens 40 cm.
5.12. Brandveiligheid binnen het stralingsveld
Voor de stookplaatsopening moet naar boven en naar
de zijkanten minstens 80 cm afstand van brandbare
bouwelementen aangehouden worden. Bij het plaat-
sen van een aan beide zijden geventileerde stralings-
bescherming is een afstand van 40 cm voldoende.