Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Verbindingsstuk (Rookgasbuis); Isolatie Achteraan En Aan De Zijkanten - ruegg SMART-LINE MERKUR Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Plaatsingsvoorschrift SMART-LINE

5.1. Verbindingsstuk (rookgasbuis)

Materiaal: stalen plaat minstens 2 mm dik; chroomsta-
len plaat, materiaaldikte ≥ 1 mm (of volgens aanwij-
zingen van de fabrikant); verbindingsstuk van chamot-
te voor huisschoorstenen/-rookkanalen.
Loopt het verbindingsstuk [2] door bouwelement met
ontvlambare materialen, bijv. te beschermen wanden
[7], dan moet het verbindingsstuk worden omhuld met
mineraal materiaal, bijv. poreus beton, in een omtrek
van minstens 20 cm. In dit geval moet de stalen buis
tegenover het minerale materiaal gedilateerd worden.
Het complete verbindingsstuk moet 3 cm dik, niet
brandbaar, geïsoleerd worden
Het aanbrengen van een rookgasklep [23] binnen het
verbindingsstuk is niet nodig:
Uitzondering: de schoorsteendoorsnede is groter
dan door de fabrikant aanbevolen (zie pagina 8) of de
schoorsteen is langer dan 6 m. In deze situatie moet
gedwongen een rookgasklep ingezet worden
5.2. Convectiekamer
Zonder gebruik van de convectiemantel ( in optie
verkrijgbaar) moet een minstens 6 cm diepe convec-
tieruimte [4] tussen haard [1] en isolatielaag [5] aan de
achterzijde en aan de twee zijkanten voorzien worden.
Deze convectiekamer [4] moet naar buiten toe geïso-
leerd zijn.
De wanden, bodem en vloer van de convectieruimte
moeten zuiver afgewerkt worden. Daarom is de isola-
tielaag te beschermen met een stevig materiaal (bvb.
metalen stralingsplaat).

5.3. Isolatie achteraan en aan de zijkanten

Bij inbouwhaarden zonder convectiemantel moet de
beschermmuur [6] cq. woningswand [7] achter of/en
naast het toestel [1] geïsoleerd worden met een
laagdikte van 6 cm [5]. Deze isolatie moet voegloos
kops stotend aangebracht worden, aan de zijkanten
overlappend.
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave