Inhoudsopgave
Advertenties
Plaatsingsvoorschrift SMART-LINE
12
De apparaatbekleding [12] / mantel [16] moet even-
eens met een isolatielaag beschermd zijn. De bekle-
ding hoeft niet beschermd te worden, als de open
haard zo gemaakt is dat de vrije oppervlakken van de
bekleding en de oppervlakken van de nissen voor de
brandstofopslag niet warmer kunnen worden dan
85°C. Bij oppervlakken van minerale materialen, bijv.
tegels van een kachel, behalve vlakken waarop voor-
werpen geplaatst kunnen worden, is de waarde geen
85°C, maar 120°C. De verhoging van de maximaal
toegestane temperatuur van 85°C naar 120°C geldt
alleen voor de sterker hellende of verticale oppervlak-
ken van de bekleding van minerale materialen. Dit
maakt dus de vorming van de bekleding als verwarm-
de kachelwand of iets dergelijks mogelijk.
5.4. Beschermmuur
Een 10 cm dikke minerale beschermmuur [6], bijv.
bakstenen, moet tussen de isolatielaag [5] en de ge-
bouwwand [7] gepland worden. De beschermmuur
moet minstens 20 cm boven het verbindingsstuk [2]
uitsteken.
Er kan worden afgezien van een beschermmuur [6]
als de gebouwwand [7]:
- minstens 10 cm dik is en
- uit onontvlambare bouwelementen bestaat en
- geen dragende betonnen of staalbetonnen wand is.
De beschermmuur moet voegloos en boven de totale
holte van de bekleding aangebracht worden.
Let op: gasbeton is niet geschikt als minerale be-
schermmuur!
5.5. Bescherming opstellingsvloer
Opstellingsvloeren [10] uit brandbare materialen
moeten als volgt beschermd worden:
- door een minstens 6 cm dikke betonplaat [9], en
- daarop een minstens 6 cm dikke isolatielaag [8].
Dragende beton- en staalbetonvloeren moeten op de
volgende manier beschermd worden:
- isolatielaag [8] minstens 6 cm dik
Advertenties
Inhoudsopgave
