Inhoudsopgave
Advertenties
Plaatsingsvoorschrift SMART-LINE
7. Aansluiting aan een ceramisch kanaal
Directe
Keramische
trek
20
De voorheen vermelde gegevens betreffende inbouw-
voorschriften (p. 87-91) en plaatsingsrichtlijnen (p. 92-
96) blijven geldig (zie ook isolatie, veiligheidsafstan-
den en rookgasaansluiting)
Deze toestelserie is eveneens speciaal voorzien voor
een aansluiting aan ceramische kanalen. Het functio-
neren zonder belemmeringen is echter alleen ge-
waarborgd, indien op volgende punten worden gelet:
- Berekening van de ceramische kanalen
- gebruik van geschikte materialen
- respecteren van de maximale kanaallengtes
- inbouwen van een bypassklep
Allen op die wijze kan een perfect functionerend
systeem gewaarborgd worden. Voor de berekening
van de kanalen staan U volgende gegevens ter be-
schikking.
Gegevens voor de berekening van het ceram. kanaal
Toesteltype
Rookgas
massastroom
MERKUR
13,2 g/sec
MARS
14,9 g/sec
JUPITER
17,5 g/sec
URANUS
19,9 g/sec
NEPTUN*
20,5 g/sec
VENUS
15,0 g/sec
* Berekening Rüegg
Bij de rookgastemperaturen aan de uitgang gaat het om
gemiddelde temperaturen gedurende heel het verbran-
dingsproces.
Maximale lengte van de ceram. kanalen uit chamotte
Toesteltype
Sectie kanaal
Kanaallengte Er Erf. Förder
MERKUR
16 x 16 cm
MARS
18 x 18 cm
JUPITER
20 x 20 cm
URANUS
20 x 20 cm
NEPTUN*
20 x 20 cm
VENUS
18 x 18 cm
*Berekening Rüegg, de trekdoorsnede wordt bij Neptun tegenover het ver-
brandingsgasaansluitingsstuk gereduceerd
De constructie van het kanaal moet uit vuurvaste
Rookgastempera-
Min. noodzakelijke
tuur aan de uitgang
onderdruk
350°C
14 Pa
430°C
14 Pa
450°C
15 Pa
450°C
15 Pa
420°C
15 Pa
400°C
14 Pa
Rookgas
Min. noodza-
temp. na het
kelijke onder-
kanaal
druk
3 m
14 Pa
180° C
4 m
14 Pa
190° C
5 m
15 Pa
185° C
5 m
15 Pa
195° C
4.5m
15 Pa
195°C
4 m
14 Pa
202° C
Advertenties
Inhoudsopgave
