Audio opnemen
OPMERKINGEN
• Als de audioniveaumeter het rode punt (0 dB) bereikt, raakt het geluid mogelijk vervormd.
• Het verdient aanbeveling gebruik te maken van een hoofdtelefoon om het geluidsniveau te controleren
terwijl u het audio-opnameniveau instelt of wanneer de microfoondemper geactiveerd is.
Windscherm (ingebouwde microfoon)
82
De camcorder vermindert automatisch het achtergrondgeluid van de wind als u buiten opnamen
maakt. U kunt kiezen tussen twee niveaus of het automatische windscherm uitschakelen.
Bedieningsstanden:
AANDACHTSPUNTEN
• Stel [— Geluidsscène] in op [„ Aangepast] (A 80).
1 Open het scherm [Ingebouwd windfilter].
>
[FUNC.]
[MENU]
2 Raak de gewenste optie aan en raak vervolgens [X] aan.
Opties
(
Standaardwaarde)
[H Auto (hoog)]
ingebouwde microfoon op een hoog niveau.
[L Auto (laag)
]
ingebouwde microfoon op een laag niveau.
j
à
[
Uit
]
OPMERKINGEN
• Sommige geluiden met lage frequentie worden samen met het geluid van de wind onderdrukt.
Als u opnamen maakt in een omgeving die niet wordt beïnvloed door wind of als u geluiden met
lage frequenties wilt opnemen, is het raadzaam de optie [Ingebouwd windfilter] op [j Uit à] te
zetten.
Microfoondemper
Activeer de microfoondemper (12 dB) als het audioniveau te hoog is en de audiogeluiden vervormd
klinken terwijl u opnamen maakt.
Bedieningsstanden:
AANDACHTSPUNTEN
• Stel [— Geluidsscène] in op [„ Aangepast] (A 80).
1 Open het scherm [Microfoondemper].
>
[FUNC.]
[MENU]
2 Raak de gewenste optie aan en raak vervolgens [X] aan.
>
p
>
[Ingebouwd windfilter]
De camcorder activeert, indien nodig, automatisch het windscherm van de
De camcorder activeert, indien nodig, automatisch het windscherm van de
Het windscherm van de ingebouwde microfoon staat altijd uit.
>
p
>
[Microfoondemper]