Stijlen en andere beeldeffecten
U kunt desgewenst een stijl aan uw opnamen toevoegen. Een stijl is een combinatie van verschillende
beeldinstellingen die de visuele kwaliteit van de opnamen kan verbeteren. U kunt ook verschillende
aspecten van het beeld aanpassen, zoals de kleurdiepte en scherpte.
Bedieningsstanden:
AANDACHTSPUNTEN
• Selecteer een ander opnameprogramma dan programma's voor speciale opnames.
Een stijl selecteren
Als u niet van plan bent een voorkeuzestijl te gebruiken, sla deze procedure dan over en ga verder met
de volgende procedure, Beeldinstellingen wijzigen.
1 Open het scherm van de beeldeffecten.
>
[FUNC.]
[Beeldeffecten]
2 Raak [ON] aan.
• Selecteer in plaats hiervan [OFF] als u de beeldeffecten wilt uitschakelen.
3 Raak [Stijlen] aan en raak vervolgens de gewenste optie aan.
• Als u het beeld verder wilt aanpassen, raakt u [K] aan en gaat u naar stap 3 in de onderstaande
procedure. Raak anders [X] aan.
Opties
(
Standaardwaarde)
[
]
Standaard
Standaardstijl voor algemene opnameomstandigheden.
[
prio.]
Hooglicht
Hiermee creëert u een natuurlijke gradatie van tinten en vermindert u overbelichting
in heldere gebieden door lichte gebieden niet te comprimeren.
[
]
Wide DR
Hiermee past u een gammacurve toe met een zeer breed dynamisch bereik en een
geschikte kleurenmatrix.
Beeldinstellingen wijzigen
1 Open het scherm van de beeldeffecten.
>
[FUNC.]
[Beeldeffecten]
2 Raak [ON] aan.
• Selecteer in plaats hiervan [OFF] als u de beeldeffecten wilt uitschakelen.
3 Raak [Kleurverzadiging], [Scherpte], [Contrast] of [Helderheid] aan.
4 Raak [Ï] of [Ð] aan of sleep uw vinger over de regelaar om het effectniveau in te stellen.
• + niveaus: rijkere kleuren, scherper beeld, sterker contrast, helderder beeld.
- niveaus: minder rijke kleuren, zachter beeld, zachter contrast, donkerder beeld.
• Raak [K] aan om terug te gaan naar het scherm met beeldeffecten als u andere parameters wilt
instellen. Raak de gewenste bedieningsknop aan en herhaal stap 4.
5 Raak [X] aan om de aangepaste beeldinstellingen op te slaan en toe te passen.
• Op het scherm verschijnt b. Als de stijl [Hooglicht prio.] is geselecteerd, wordt ook
scherm weergegeven.
Stijlen en andere beeldeffecten
71
op het