4.2 Knoppen
De knoppen zijn aanrakingsgevoelige vlakken. Druk om een functie te kiezen op de betreffende knop.
Symbool
Naam
aan/uit
Tijdfuncties/kinderslot ¡ "Timer", "tijdsduur" of vertraagde functie "klaar om" instellen
Hoofdmenu
Snel voorverwarmen
Informatie
Start/Stop
4.3 Display
Via het display stelt u alle functies van uw apparaat in.
Om een instelling aan te passen, tipt u met uw vinger
op de betreffende plaats van het display. Het instelbe-
reik wordt lichter. Veeg in dit instelbereik met de vinger
op het display naar links of rechts tot de gewenste in-
stelling vergroot is.
4.4 Hoofdmenu
In het hoofdmenu vindt u een overzicht van de functies van uw apparaat.
Om het hoofdmenu te openen, drukt u op de toets
Functie
Naam
Verwarmingsmetho-
den
Magnetron
Magnetroncombinatie Magnetron op een verwarmingsmethode instellen
Bak- en braadassis-
tent
Magnetronprogram-
ma's
MyProfile
Home Connect
Drogen
EasyClean
Pyrolytische zelfreini-
ging
4.5 Verwarmingsmethoden
Hier vindt u een overzicht van de verwarmingsmethoden. U krijgt aanbevelingen over het gebruik van de verwar-
mingsmethoden.
Bij temperaturen boven 275 °C verlaagt het apparaat de temperatuur na ca. 40 minuten tot ca. 275 °C.
Gebruik
Apparaat in- of uitschakelen
¡ "Kinderslot" activeren of deactiveren
Functies en instellingen kiezen
¡ "Snel voorverwarmen" activeren of deactiveren
¡ "PowerBoost" activeren of deactiveren
¡ Overige informatie weergeven
¡ Actuele temperatuur weergeven
Werking starten of onderbreken
.
Gebruik
Gewenste verwarmingsmethode en temperatuur voor uw gerechten kiezen
Met de magnetron kunt u snel gerechten bereiden, verwarmen of ontdooien
Insteladvies voor bakken en braden
Gerechten met de magnetron bereiden
Apparaatinstellingen individueel aanpassen
De oven met een mobiel eindapparaat verbinden en op afstand bedienen.
→ "Home Connect ", Pagina 24
Na het gebruik van de magnetron de binnenruimte drogen
Lichte verontreinigingen uit binnenruimte verwijderen
Binnenruimte reinigen
Richting
Naar links navigeren
Naar rechts navigeren
Naar boven navigeren
Naar beneden navigeren
Uw apparaat leren kennen nl
Gebruik
Op het display met uw
vinger naar rechts vegen
Op het display met uw
vinger naar links vegen
Op het display met uw
vinger naar beneden ve-
gen
Op het display met uw
vinger naar boven vegen
9