nl Uw apparaat leren kennen
Symbool
Verwarmingsmetho-
de
Hete lucht
Boven- en onder-
warmte
Thermogrillen
Pizzastand
Grill, groot
Grill, klein
Onderwarmte
Langzaam garen
Deegrijsstand
Servies voorverwar-
men
Warmhouden
Boven- en onder-
warmte Eco
Hetelucht Eco
4.6 Magnetronvermogen
Hier vindt u een overzicht van de magnetronvermogens en het gebruik ervan.
De magnetronvermogens zijn standen en komen niet altijd overeen met het precieze aantal watt dat door het appa-
raat wordt gebruikt.
Magnetronvermogen
in watt
90 W
180 W
10
Temperatuur
40 - 200 °C
50 - 275 °C
50 - 250 °C
50 - 275 °C
50 - 290 °C
50 - 290 °C
50 - 250 °C
70 - 120 °C
35 - 55 °C
30 - 70 °C
60 - 100 °C
50 - 275 °C
40 - 200 °C
Maximale duur in uur Gebruik
1:30
1:30
Gebruik
Op één niveau of meerdere niveaus bakken of braden.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmings-
element aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Traditioneel bakken of braden op één niveau. De verwarmings-
methode is bijzonder geschikt voor gebak met vochtige be-
dekking.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
Gevogelte, hele vis of grotere stukken vlees braden.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en
uit. De ventilator wervelt de hete lucht rond het gerecht.
Pizza's of gerechten klaarmaken die warmte van onderen no-
dig hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmings-
element aan de achterwand zijn ingeschakeld.
Voor het grillen van platte stukken, zoals steaks, worstjes of
toast, en voor het gratineren.
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
Voor het grillen van kleine hoeveelheden steaks, worstjes of
toast en om te gratineren.
Het middelste oppervlak onder de grill wordt heet.
Voor de bereiding au bain-marie en om na te bakken.
De warmte komt van onderen.
Voor het gezond en langzaam garen van aangebraden, zachte
stukken vlees in open vormen.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van bo-
ven en van onderen.
Om deeg deeg te laten rijzen en yoghurt te laten rijpen.
Het deeg rijst sneller dan bij kamertemperatuur. Het oppervlak
van het deeg droogt niet uit.
Voor het opwarmen van servies.
Voor het warmhouden van bereide gerechten.
Voor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten.
De warmte komt van boven en van onderen.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmodus tussen
150-250 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het bepalen
van het energieverbruik in de conventionele modus.
Voor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op
één niveau, zonder voorverwarmen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmings-
element aan de achterkant in de binnenruimte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmodus tussen
125-200 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het
energieverbruik in de circulatieluchtmodus en de energieklas-
se gebruikt.
Gevoelige gerechten ontdooien.
Gerechten ontdooien en verder bereiden.