• Wij raden aan voldoende opslagmateriaal te gebruiken, om de warmte
optimaal te benutten en het risico van oververhitting bij temperatuurpie-
ken te vermijden.
• De grootte van de haard, d.w.z. de grootte van het warmte afgevende
oppervlak moet afhankelijk van het warmtevermogen en de warmtebe-
hoefte worden bepaald!
• De bekledingscomponenten moeten worden geselecteerd aan de hand
van de hogere eisen.
• De installateur moet de gebruiker bij voorkeur schriftelijk wijzen op de
speciale bouwwijze/gebruikswijze. De opgelegde houthoeveelheid moet
met de warmteafgifte van het opervlak of met de opslagcapaciteit van
het opslagmedium overeenkomen (in het algemeen niet meer dan 2 - 3
keer per dag).
• Het is raadzaam, aanbouwoppervlakken uit brandbare materialen
naast de vereiste warmte-isolatie met een actieve achterventilatie te
beschermen.
• Bij omhoogschuifbare verbrandingskamerdeuren mag de temperatuur
aan de geleiderollen en aan de lagers niet hoger liggen dan 270 °C.
Eventueel moeten gedeelten van de inbouwhaard met beweeglijke
mechanische onderdelen apart worden geïsoleerd.
• Bij het inbouwen van toebehoren moeten de montagevoorschriften
daarvan in acht worden genomen, in het bijzonder m.b.t. de toege-
stane bedrijfs- of omgevingstemperaturen en eventueel eisen aan de
toegankelijkheid.
8.9 REINIGING VAN HA ARDEN
Haarden moeten zo zijn geconstrueerd en opgesteld dat luchtinlaat- en
-uitlaatleidingen gemakkelijk kunnen worden gereinigd, de aangrenzende
oppervlakken tot plafonds, wanden en inbouwmeubels gemakkelijk kunnen
worden bekeken en vrijgehouden.. De revisie-openingen moeten steeds
toegankelijk zijn om de reiniging niet te bemoeilijken.
9. PREMIUM INBOUWHA ARDEN GET
Montage Premium inbouwhaard GET met isolatiekap
Nadat u de installatieplaats hebt gekozen, moet de isolatiekap worden voor-
bereid op basis van de omstandigheden van het gebouw. De isolatiekap is
voorbereid voor een rechte aansluiting op het rookgaskanaal naar boven.
De uitsparingen in de isolatiekap voor het doorvoeren van de verbindingslei-
ding moeten in de volgende diameters worden voorzien.
Uitlaat achter:
Ø 255 = verbindingsstuk Ø 180 mm + isolatie 30 mm rond de omtrek
Uitlaat boven:
Ø 255 = verbindingsstuk Ø 180 mm + isolatie 30 mm rond de omtrek. Als
het verbindingsstuk vanaf de uitvoer aan de achterzijde wordt verdergeleid
(geen rechtstreekse aansluiting op de schoorsteen) dan moet dit vakkundig
worden geïsoleerd.
Als de aansluiting naar achter wordt gerealiseerd, moeten aan de Premium
inbouwhaard GET en de isolatiekap voorzorgen worden getroffen voor het
verloop van het verbindingsstuk. De Premium inbouwhaard GET is in het
bovenste gedeelte uitgerust met een convectiekeerplaat (1). Deze is beves-
tigd met schroeven, om verstellingen aan de rookkoepel mogelijk te maken.
De ovalen uitsparingsplaat (2) voor de doorvoer van het verbindingsstuk
moet worden verwijderd. Maak hiervoor het plaatje met behulp van een
stikzaag of kniptang aan de perforaties los en neem het weg. Maak op
gelijkaardige wijze de uitsparing in de achterwand van de isolatiekap (3).
Voor de aansluitsituatie naar boven het deksel van de isolatiekap losmaken
en wegnemen. Maak het uitsparingsplaatje (4) met behulp van een stikzaag
of kniptang aan de perforaties los en neem het weg. Voor het aansluitings-
type naar boven moet de rookgaskoepel vanuit de middelste horizontale
positie 90° worden verdraaid. In deze positie wordt het verbindingsstuk dan
door de bovenste uitsparing van de isolatiekap gestoken.
NL 18