Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Target Steering; Gewenste Diepte Programmeren - DCI DigiTrak ECLIPSE Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Target Steering

De maximum afstand waarin de Eclipse-ontvanger kan worden geplaatst voor de boorkop uit voor Target
Steering is 35 ft (10,7 m). Over dit 35-ft-bereik zijn de volgende parameters van toepassing:
De maximum diepteveranderingen is ongeveer 4 ft (1,2 m).
De maximum verandering van de verticale hoek is ongeveer 14%.
Om te bepalen of uw gewenste doeldiepte acceptabel is:
1. Gebruik de Eclipse-ontvanger om de actuele zenderdiepte te verkrijgen ten opzichte van het
grondniveauoppervlak.
2. Trek de actuele zenderdiepte van uw gewenste doeldiepte af, om de gewenste diepteveranderingen te
verkrijgen.
NOOT: Als de doeldiepte boven de zender ligt, dan is het doeldieptegetal positief; indien het
dieper ligt dan de zender, dan is het doeldieptegetal negatief.
3. Als de gewenste diepteverandering minder is dan 4 ft (1,2 m), kunt u de gewenste doeldiepte
programmeren als de doeldiepte (zie volgende sectie, "Programmeren van de doeldiepte"). Echter,
indien de diepteverandering groter is dan 4 ft (1,2 m), dan is de gewenste doeldiepte niet acceptabel.
U moet of het apparaat terugtrekken om de beschikbare horizontale afstand te vergroten of u moet
boren naar een ander doel.

Gewenste diepte programmeren

1. Ga naar het menu-onderdeel Configure (Configureren) op het
beeldscherm van het hoofdmenu op de ontvanger en druk op de
drukknop.
2. Ga naar het menu-onderdeel Target Depth (Gewenste diepte) en druk
op de drukknop. U ziet een invoerveld zoals rechts is afgebeeld.
3. Voer het juiste doeldieptegetal in met de tuimelschakelaar. Het getal
moet in decimaal formaat zijn, overeenkomend met of feet of meters. U
hoeft geen negatief teken in te voeren, wanneer u de Eclipse-ontvanger
met het doeldieptegetal programmeert.
NOOT: Als u FT/IN Units gebruikt voor uw dieptemeeteenheden, moet u het doeldieptegetal in
feet in decimaal formaat en niet in feet en inches invoeren. U hoeft de
dieptemeeteenheidsmodus niet te veranderen.
4. Nadat u de juiste gewenste diepte heeft ingevoerd, drukt u op de drukknop. Wanneer de gewenste
diepte is geprogrammeerd en u bent in de locatiemenu, verschijnt een "T" ("target" = "doel") naast de
kanaalinstelling in de linker benedenhoek.
LET OP:
Wanneer u niet het gewenste dieptemenu gebruikt, dient u de gewenste diepte op
0,00 te zetten.
44
_
_0.00
®
®
DigiTrak
Eclipse
Bedieningshandleiding
®
Cursor

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave