®
Kalibratie van de ontvanger naar de zender met twee frequenties
in tweevoudige frequentiemodus
De volgende instructies vereisen dat u twee kalibratieprocedures uitvoert—één voor lage frequentie en
één voor hoge frequentie.
1. Start de zender met twee frequenties in tweevoudige frequentiemodus (zie instructies hierboven) en
plaats deze in de behuizing.
2. Schakel de ontvanger in.
3. Controleer of u Low Fre ziet in het hoofdmenu-display (schakel rechts bij Configure). Als u High Fre
ziet, selecteer dan High Fre en klik op de drukschakelaar. Het display verandert dan en toont Low Fre
(wat betekent dat de ontvanger het hoogfrequentsignaal van de zender detecteert).
4. Met de zender in de behuizing, meet u 10 ft (3 m) van de centreerlijn van de zender naar de onderste
binnenrand van de ontvanger onder het display-venster (zie figuur hierboven met de titel "10-voet
metingen voor éénpuntskalibratie")—dit moet worden gemeten tot de onderste binnenrand van de
ontvanger, waar het de grond raakt, niet de bovenste rand bij het display, die breder is.
5. Controleer of de signaalsterkte bij 10 ft (3 m) ongeveer 510 tot 520 is en noteer de waarde (dit vereist
dat u in de locate-modus gaat; de signaalsterkte is bij de onderzijde van het scherm te zien).
6. Controleer of de zender de juiste informatie over verticale en horizontale hoek-, batterij- en
temperatuurstatus zendt (verticale en horizontale hoek gezien vanaf het Locate-modusscherm;
batterij- en temperatuurstatus gezien vanaf het diepte-display-scherm—zie de sectie Lokaliseren ).
7. Ga terug naar het hoofdmenuscherm door één keer omlaagdrukken van de tuimelschakelaar.
8. Selecteer Configure op het display van het hoofdmenu en klik op de drukschakelaar.
9. Selecteer 1 Pt. Cal. en klik op de drukschakelaar.
10. Klik op de drukschakelaar (pijlen hebben reeds High Fre Cal geselecteerd).
11. Schakel rechts om Y te selecteren voor ja en klik op de drukschakelaar.
12. Volg de instructies op het display en klik op de betreffende drukschakelaar.
13. Ga terug naar het hoofdmenu door de schakelaar twee keer omlaag te drukken.
14. Selecteer Locate en klik op de drukschakelaar.
15. Plaats de ontvanger op 10 ft (3 m) en controleer of deze 10 ft (3 m) leest door de drukschakelaar vast
te houden. Controleer de diepte-aflezingen in twee andere locaties (bv., 5 ft/1,5 m en 15 ft/4,6 m).
16. U kalibreert nu in lage frequentie. Selecteer eerst Low Fre in het hoofdmenuscherm en klik op de
drukschakelaar.
17. Selecteer Configure en klik op de drukschakelaar.
18. Selecteer 1 Pt. Cal. en klik op de drukschakelaar.
19. Selecteer Low Fre Cal en klik op de drukschakelaar.
20. Volg de instructies op het display en klik op de betreffende drukschakelaar.
21. Ga terug naar het hoofdmenu door de schakelaar twee keer omlaag te drukken.
22. Selecteer Locate en klik op de drukschakelaar.
23. Plaats de ontvanger op 10 ft (3 m) en controleer of deze 10 ft (3 m) leest door de drukschakelaar vast
te houden. Controleer de diepte-aflezingen in twee andere locaties (bv., f ft/1,5 m en 15 ft/4,6 m).
®
®
DigiTrak
Eclipse
Bedieningshandleiding
Ontvanger
19