Ontvanger
Het telemetriekanaal wijzigen
De ontvanger moet op hetzelfde kanaal als het afstandsbeeldscherm op de boormachine worden
ingesteld. Er zijn vier kanaalinstellingen, inclusief een nulinstelling. Er zijn in werkelijkheid slechts twee
frequenties - de kanalen 1 en 3 hebben dezelfde frequentie en dat geldt ook voor de kanalen 2 en 4. De
nulinstelling zendt geen signaal uit en spaart ook de nikkel-cadmiumbatterij in de ontvanger.
Telemetriekanaal wijzigen:
1. Selecteer Configure (Configureren) in het scherm van het hoofdmenu en druk op de drukknop.
2. Selecteer Tele Ch. (Telemetriekanaal) en druk op de drukknop. De huidige kanaalinstelling wordt
weergegeven.
3. Druk de tuimelschakelaar omhoog om een hoger kanaal te kiezen, of druk de schakelaar omlaag om
een lager kanaal te kiezen.
LET OP: De ontvanger moet op hetzelfde kanaal als het afstandsbeeldscherm worden ingesteld.
4. Druk op de drukknop wanneer het gewenste kanaal wordt weergegeven.
5. De tuimelschakelaar 1 x indrukken om de functie te verlaten en naar het hoofdmenu terug te keren.
Eénpuntskalibratie
De éénpuntskalibratie wordt uitgevoerd met de zender in de boorkop evenwijdig aan de 10 ft (3 m) van de
ontvanger, zoals hieronder beschreven. DCI raadt aan om niet dagelijks te kalibreren, maar wel de
dieptewaarden van de ontvanger op verschillende locaties met een meetlint te verifiëren.
Kalibreren dient te geschieden vóór het eerste gebruik, alsmede onder de volgende
omstandigheden:
De zender is gewijzigd.
De ontvanger is gewijzigd.
De boorkop is gewijzigd.
Niet kalibreren wanneer:
U zich binnen een afstand van 10 ft (3 m) van metalen voorwerpen bevindt, zoals stalen buizen,
metalen afscheidingen, metalen gevelplaten, bouwmaterieel of motorvoertuigen.
De ontvanger boven betonijzer of ondergrondse kabels en leidingen is geplaatst.
De ontvanger zich in de buurt van overmatige elektrische storing bevindt.
De zender niet in de boorkop is geïnstalleerd.
De zender niet ingeschakeld is.
Eénpuntskalibratie voor standaard Eclipse-zender
1. Schakel de Eclipse-ontvanger in.
2. Schakel rechts in het menu Configure om te controleren of u Low Fre op het hoofdmenuscherm ziet.
Als u High Fre ziet, selecteer dit dan en klik op de drukschakelaar zodat de menu-optie verandert naar
Low Fre.
3. Locate (Lokaliseren) en druk de drukknop in.
4. Schakel de standaard zender in en plaats deze in de behuizing. Controleer of de zender de juiste
informatie verstuurt m.b.t. verticale hoek, horizontale hoek, batterij en de temperatuurstatus.
16
®
®
DigiTrak
Eclipse
Bedieningshandleiding
®