Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Locatiepunten (Flp & Rlp) En Locatielijn (Ll) - DCI DigiTrak ECLIPSE Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Locatie
Locatiepunten (FLP & RLP) en locatielijn (LL)
Drie posities of locaties binnen het bereik van de zender worden gebruikt om de plaats van de zender
ondergronds te bepalen. Twee van deze locaties liggen in het verlengde van de zender. Het eerste punt
ligt vóór de zender (het voorste locatiepunt of FLP), terwijl de tweede achter de zender ligt (het achterste
locatiepunt of RLP).
De derde locatie is een lijn die de positie van de zender bepaalt. Deze lijn staat loodrecht op de zender en
heet de locatielijn of LL.
De illustratie linksonder toont de geometrie van het FLP, RLP en de LL van boven (boven aanzicht) en van
opzij. Het RLP en het FLP liggen op gelijke afstand van de LL wanneer de zender waterpas staat en het
grondoppervlak egaal is.
De illustratie rechts toont de geometrie van de locatiepunten en de locatielijn wanneer de zender onder
een negatieve of neergaande hoek staat. In dit geval zijn de afstanden van de LL verschillend tot het RLP
en het FLP.
Boven aanzicht
Boormachine
Aslijn
RLP
Zijaanzicht
Grondop-
pervlak
Boormachine
RLP
Zender
Boven- en zijaanzicht van FLP, RLP,
en LL wanneer zender
horizontaal is met de grond
38
LL
FLP
Zender
LL
FLP
Boven aanzicht
Boormachine
Aslijn
RLP
Zijaanzicht
Grondop-
pervlak
Boormachine
RLP
Zender (negatieve
of neerwaartse hoek)
Boven- en zijaanzicht van FLP, RLP,
en LL wanneer de zender onder een
negatieve of neergaande verticale hoek staat
®
DigiTrak
Eclipse
LL
FLP
Zender (negatieve
of neerwaartse hoek)
LL
FLP
®
Bedieningshandleiding
®

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave