c
Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Doorgaan nadat u de instellingen hebt aangepast en druk op
.
8
Druk op Kleur/Zwart-wit om in kleur of zwart-wit af te drukken.
Als u afdrukt in kleur of alleen met zwart, gaat het lampje bij uw keuze branden.
9
Druk op
.
Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt,
laat zien of opbergt.
Foto's bewerken met het bedieningspaneel van de printer
1
Plaats fotopapier in de printer.
2
Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer.
Als er documentbestanden en afbeeldingsbestanden zijn opgeslagen op het opslagapparaat, drukt u op
Foto's te selecteren.
3
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
4
Druk op de pijl naar links of rechts om de gewenste foto-indeling te selecteren en druk op
5
Druk op de pijl naar links of rechts om een foto te selecteren die u wilt bewerken en afdrukken.
6
Blader met de pijl omhoog of omlaag naar
Locatie
Helderheid
Bijsnijden
Automatisch verbeteren Een foto automatisch verbeteren.
Rode ogen verminderen Het rode-ogeneffect verminderen dat wordt veroorzaakt door lichtweerkaatsing.
Draaien
Kleureneffect
Kaders
7
Selecteer met de pijltoetsen.
8
Blader met de pijl omhoog of omlaag naar
9
Blader met de pijl omhoog of omlaag naar
10
U kunt als volgt de afdrukinstellingen aanpassen:
a
Druk nogmaals op
b
Selecteer met de pijltoetsen.
c
Druk op
om de selecties op te slaan.
d
Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Doorgaan en druk op
en druk op
Handelingen
De helderheid van een foto aanpassen.
Een foto bijsnijden.
Een foto in stappen van 90 graden rechtsom of linksom draaien.
Selecteren of u een foto wilt afdrukken in zwart-wit, sepia, antiekbruin of antiekgrijs.
Een kader voor de foto selecteren.
en druk op
en druk op
.
Afdrukken
om Selecteren en afdrukken te selecteren.
.
.
.
.
39
om
.