11
Druk op Kleur/Zwart-wit om in kleur of zwart-wit af te drukken.
Als u afdrukt in kleur of alleen met zwart, gaat het lampje bij uw keuze branden.
12
Druk op
.
Opmerking: voor de beste resultaten laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt,
laat zien of opbergt.
Foto's op een opslagapparaat afdrukken met de printersoftware
1
Plaats fotopapier in de printer.
2
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
3
Plaats een geheugenkaart of flashstation in de printer.
4
Draag de foto's over of druk de foto's af:
Als de printer een USB-verbinding gebruikt
•
Fast Pics wordt automatisch gestart wanneer u het opslagapparaat plaatst. Volg de aanwijzingen op het
scherm om de foto's over te dragen naar de computer of om af te drukken.
Als de printer een draadloze verbinding gebruikt (alleen bepaalde modellen)
a
Blader met de pijl omhoog of omlaag naar Media delen op netwerk en druk op
b
Druk op de pijl naar boven of beneden om de netwerkcomputer te selecteren waarop u de gescande foto's
wilt opslaan en druk op
c
Draag de foto's over of druk de foto's af:
•
Fast Pics wordt automatisch gestart nadat er verbinding is gemaakt. Volg de aanwijzingen op het scherm
om de foto's over te dragen naar de computer of om af te drukken.
.
.
Afdrukken
40
.