Knoppen en menu's van het
bedieningspaneel van de printer
gebruiken
Bedieningspaneel van de printer gebruiken
In de volgende diagrammen worden de verschillende gedeelten van het bedieningspaneel van de printer
aangegeven:
Programma
Aan/uit
1
Kopiëren
2
3
Scannen
4
Faxen
5
Foto
Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken
3
2
1
10
9
13
4
5
6
8
7
Functie
•
De printer in- en uitschakelen.
•
Overschakelen naar de spaarstand.
Opmerking: Als de printer is ingeschakeld, drukt u op
om over te schakelen naar de spaarstand. Houd
drie seconden ingedrukt om de printer uit te
schakelen.
Het kopieermenu openen en kopieën maken.
Het scanmenu openen en documenten scannen.
Het faxmenu openen en faxen verzenden.
Het menu voor foto's weergeven en foto's afdrukken.