V
ERLAAG DE VERZENDSNELHEID VAN DE FAXMODEM
De modem van de printer kan gegevens verzenden met 33.600 bps. Dit is de maximale snelheid waarmee de
printer faxen kan verzenden en ontvangen. Het is echter niet nodig om de modem in te stellen op de snelste
mogelijkheid voor gegevensoverdracht. De snelheid van de modem van het ontvangende faxapparaat moet gelijk
zijn aan of groter dan de snelheid waarmee u de fax verzendt. Anders wordt uw fax niet ontvangen.
De verzendsnelheid van de faxmodus verlagen:
1
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
2
Blader met de pijltoetsen naar Faxinstelling en druk op
3
Blader met de pijltoetsen naar Bellen en verzenden en druk op
4
Blader met de pijltoetsen naar Max. verz.snelheid en druk op
5
Selecteer een verzendsnelheid en druk op
S
TEL DE PRINTER IN OM HET ORIGINELE DOCUMENT TE SCANNEN VOORDAT HET NUMMER
WORDT GEKOZEN
De printer kies t het nummer niet automatisch opnieuw als u deze instelt om het originele document te scannen
nadat u het nummer hebt gekozen.
Printer zo instellen dat het document wordt gescand voordat het nummer wordt gekozen zodat het document
niet opnieuw hoeft worden gescand als het verzenden van de fax mislukt. Het gescande document wordt
opgeslagen in het printergeheugen. De printer kan het document ophalen en vervolgens automatisch opnieuw
het nummer kiezen.
De printer instellen op scannen voor kiezen:
1
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
2
Blader met de pijltoetsen naar Faxinstelling en druk op
3
Blader met de pijltoetsen naar Bellen en verzenden en druk op
4
Blader met de pijltoetsen naar Scannen en druk op
5
Blader met de pijltoetsen naar Voor bellen en druk op
F
OUTCORRECTIE INSCHAKELEN
Er kunnen fouten en vlekken in het gefaxte document voorkomen als er te veel ruis op de lijn voorkomt. Met deze
optie kan de printer corrupte gegevensblokken opnieuw verzenden en de fouten corrigeren. Wanneer er te veel
fouten voorkomen in een fax, kan de fax worden geweigerd door het ontvangende faxapparaat.
Controleren of foutcorrectie is ingeschakeld:
1
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
2
Blader met de pijltoetsen naar Faxinstelling en druk op
3
Blader met de pijltoetsen naar Bellen en verzenden en druk op
.
.
.
.
.
.
Problemen oplossen
127
.
.
.
.
.
.
.