4
Blader met de pijltoetsen naar Foutcorrectie en druk op
5
Controleer of foutcorrectie is ingesteld op Aan.
Als de instelling niet is ingeschakeld, bladert u met de pijltoetsen naar Aan en drukt u op
A
UTOMATISCH FAXCONVERSIE INSCHAKELEN
Als het ontvangende faxapparaat geen kleurenfaxen ondersteunt, wordt met deze optie de uitgaande fax
automatisch omgezet in zwart-wit. De resolutie van de fax wordt automatisch gewijzigd in een resolutie die wordt
ondersteund door het ontvangende faxapparaat.
Controleren of automatische faxconversie is ingeschakeld:
1
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
2
Blader met de pijltoetsen naar Faxinstelling en druk op
3
Blader met de pijltoetsen naar Bellen en verzenden en druk op
4
Blader met de pijltoetsen naar Fax autom. converteren en druk op
5
Controleer of Fax autom. converteren is ingesteld op Aan.
Als de instelling niet is ingeschakeld, bladert u met de pijltoetsen naar Aan en drukt u op
C
ONTROLEER OF DE INSTELLING
Het kiesvoorvoegsel is het nummer of de serie nummers die u moet indrukken voordat u het werkelijke faxnummer
of telefoonnummer kunt kiezen. Als de printer wordt gebruikt in een kantoor of PBX (private branch exchange)
kan dit een bepaald nummer zijn dat u moet invoeren voordat u een oproep buiten het kantoor kunt voeren.
Controleer of het kiesvoorvoegsel dat is ingesteld op de printer correct is voor uw netwerk.
De instelling voor het kiesvoorvoegsel controleren:
1
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
2
Blader met de pijltoetsen naar Faxinstelling en druk op
3
Blader met de pijltoetsen naar Bellen en verzenden en druk op
4
Blader met de pijltoetsen naar Kiesvoorvoegsel en druk op
5
Druk op de pijltoetsen om het kiesvoorvoegsel weer te geven.
6
Als het kiesvoorvoegsel onjuist is, geeft u het juiste kiesvoorvoegsel op en drukt u op
Kan geen faxen ontvangen
Als u met de Controlelijst voor problemen met faxen oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de
volgende oplossingen controleren:
C
ONTROLEER OF U DE JUISTE INSTELLINGEN HEBT OPGEGEVEN BIJ HET INSTELLEN
De faxinstellingen verschillen als de printer is aangesloten op een eigen faxlijn of de lijn deelt met andere apparaten.
.
K
IESVOORVOEGSEL CORRECT IS
.
Problemen oplossen
128
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.