Tips voor deze configuratie:
•
Als u wilt controleren of de telefoonpoort op de VoIP-adapter actief is, sluit u een analoge telefoon aan op de
telefoonpoort en luistert u of u een kiestoon hoort. Als u een kiestoon hoort, is de poort actief.
•
Als u twee telefoonpoorten nodig hebt voor uw apparaten, maar geen extra kosten wilt betalen, moet u de printer
niet aansluiten op de tweede telefoonpoort. U kunt een telefoonsplitter gebruiken. Sluit de telefoonsplitter aan
op Phone Line 1 (telefoonlijn 1) of Phone Port (telefoonpoort) en sluit de printer en telefoon aan op de splitter.
Zorg ervoor dat u een telefoonsplitter gebruikt en niet een lijnsplitter. Als u wilt controleren of u de juiste splitter
gebruikt, sluit u een analoge telefoon aan op de telefoonsplitter en luistert u of u een kiestoon hoort.
Scenario 4: digitale telefoondienst via een kabelaanbieder
Configuratie 1: printer is rechtstreeks aangesloten op een kabelmodem
Volg deze configuratie als u uw telefoon gewoonlijk aansluit op een kabelmodem.
Verbinding instellen:
1
Sluit het ene uiteinde van een telefoonkabel aan op de -poort van de printer.
2
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de poort met het label Phone Line 1 (telefoonlijn 1) of Phone Port
(telefoonpoort) op de kabelmodem.
De poort die is aangeduid met Phone Line 2 (telefoonlijn 2) of Fax Port (faxpoort), is niet altijd actief. Mogelijk
brengt uw kabelaanbieder u extra kosten in rekening voor het activeren van de tweede telefoonpoort.
3
Verwijder de afdekplug uit de
-poort van de printer en sluit de telefoon aan op deze poort.
Faxen
67