Hoe moet ik de installatiekabel aansluiten?
U kunt de installatiekabel aansluiten op een USB-poort van de printer en de vierkante aansluiting achter op de printer.
Via deze verbinding kunt u de printer configureren voor een lokale of netwerkinstallatie.
1
Sluit de grote, rechthoekige stekker aan op een USB-poort op de computer. USB-poorten bevinden zich aan de
voor- of achterkant van de computer en kunnen horizontaal of verticaal geplaatst zijn.
2
Sluit de kleine, vierkante stekker aan op de printer.
3
Volg de aanwijzingen op het scherm.
Wat is het verschil tussen infrastructuur- en ad-hocnetwerken?
Er zijn twee soorten draadloze netwerken: infrastructuur en ad-hoc.
In de infrastructuurmodus communiceren alle apparaten op een draadloos netwerk met elkaar via een draadloze
router (draadloos toegangspunt). Apparaten op het draadloze netwerk moeten geldige IP-adressen hebben voor
het huidige netwerk en ze moeten dezelfde SSID en hetzelfde kanaal gebruiken als het draadloze toegangspunt.
In de ad-hocmodus communiceert een computer met een draadloze netwerkadapter rechtstreeks met een printer
met een draadloze afdrukserver. De computer moet een geldig IP-adres hebben voor het huidige netwerk en moet
zijn ingesteld op de ad-hocmodus. De draadloze afdrukserver moet zijn geconfigureerd om dezelfde SSID en
hetzelfde kanaal te gebruiken als de computer.
Netwerk
102