Instrumenten
Een rijmodus selecteren – rijdende
motorfiets
Waarschuwing
Om op een rijdende motor een rijmodus
te selecteren moet de bestuurder de
motorfiets kortstondig laten freewheelen
(motorfiets rijdt, motor draait, gas
dicht, koppelingshendel ingetrokken en
remmen los).
Selectie van een rijmodus onder het
rijden mag alleen worden geprobeerd:
Bij lage snelheid
Op plaatsen waar geen ander verkeer is
Op
rechte
en
oppervlakken
Bij goede weg- en weersomstandig-
heden
Daar waar het veilig is om de motorfiets
kortstondig te laten freewheelen.
Selectie van een rijmodus onder het
rijden MAG NIET worden geprobeerd:
Bij hoge snelheid
Te midden van rijdend verkeer
Tijdens het nemen van een bocht of op
bochtige wegen of oppervlakken
Op sterk hellende wegen of oppervlakken
Bij slechte weg-/weersomstandigheden
Daar waar het onveilig is om de motor-
fiets kortstondig te laten freewheelen.
Wanneer u geen acht slaat op deze
belangrijke waarschuwing, leidt dat tot
verlies van controle over de motorfiets
en een ongeval.
78
vlakke
wegen
Druk herhaaldelijk op de modusknop op
de schakelaarbehuizing aan de linker
handgreep tot de gewenste rijmodus
knippert op het display.
1.
Geselecteerde rijmodus (knippert)
2.
Huidige (actieve) rijmodus
of
De
geselecteerde
automatisch
30 seconden na het indrukken van de
modusknop de volgende handelingen
tegelijkertijd zijn uitgevoerd:
• Gasklep dicht
• Koppeling ingetrokken
• remmen los (motor laten freewheelen).
Als de instellingen van MAP, ABS en TTC
eenmaal
zijn
geselecteerde rijmodus weergegeven en
is de vorige modus niet meer zichtbaar.
1.
Geselecteerde rijmodus
1
2
rijmodus
geactiveerd
als
gewijzigd,
wordt
1
wordt
binnen
de