Let op:
•
Als de modus TRACK of RIJDER
actief was toen het contact de
laatste keer werd uitgeschakeld,
met ABS of TC in beide van deze
modi ingesteld op TRACK of UIT,
wordt na inschakeling van het
contact standaard de modus WEG
geselecteerd.
•
Anders
wordt
geselecteerde rijmodus onthouden
en
geactiveerd
contact wordt ingeschakeld.
•
Controleer of de motorstopschake-
laar in de stand RUN (DRAAIEN)
staat als de moduspictogrammen
niet zicht-baar zijn bij ingeschakeld
contact.
De huidige rijmodus wordt linksboven in
het display weergegeven.
Om een rijmodus te selecteren drukt u
kort op de modusknop op de linker
schakelaarbehuizing om het vak voor
selectie van rijmodi onderin het scherm
te activeren.
Het pictogram van de actieve rijmodus
wordt weergegeven op een blauwe
achtergrond.
Om
de
geselecteerde
wijzigen, duwt u de joystick naar links of
rechts of drukt u herhaaldelijk op de
modusknop tot de vereiste modus in het
midden
van
weergegeven met een pijl erboven.
de
laatst
wanneer
rijmodus
het
display
wordt
Door kort op de joystick te drukken
wordt de gewenste rijmodus geselec-
teerd en verandert het pictogram links
bovenaan het display.
3
1
het
cjww
1.
Modusknop
2.
Nieuwe rijmodus
3.
Huidige rijmodus
Door nogmaals de joystick naar links of
rechts te duwen of de modusknop in te
drukken, worden achtereenvolgens de
volgende rijmodi weergegeven:
• REGEN
• WEG
• SPORT
• TRACK (alleen Street Triple RS)
• RIJDER
De
geselecteerde
te
geactiveerd zodra aan de volgende
voorwaarden voor moduswijziging is
voldaan:
Motorfiets staat stil - motor uit
• Het contact is ingeschakeld
• De motorstopschakelaar staat in de
stand RUN (DRAAIEN).
Motorfiets staat stil - motor draait
• De vrijloopstand is geselecteerd of
de koppeling is ingetrokken.
Instrumenten
1
2
3
4
5
6
F
o7:29
PM
12.5
mph
E
TRIP
9999
02:25
m
1
mi
HH:MM
TO SELECT
3
modus
12 14
RPM
10
x1000
N
8
6
4
25.2
2 0
mp/h
2
wordt
35