Het waarschuwingslampje gaat alleen
branden wanneer de bandspanning voor
of achter onder de aanbevolen span-
ningswaarde ligt. Het gaat niet branden
wanneer de bandspanning te hoog is.
Wanneer
het
brandt, wordt in het weergavegebied
automatisch het TPMS-symbool getoond
dat aangeeft welke band een te lage
bandspanning heeft met de bijbehorende
bandspanning.
F
o7:29
PM
12.5
E
30
9999
02:25
TRIP
F
1
PSI
mi
HH:MM
1
1.
Waarschuwingslampje
2.
Indicatie bandspanning voor
3.
Indicatie bandspanning achter
1 2 3 4
5
1.
TPMS-symbool
2.
Indicatie voorband
3.
Indicatie achterband
4.
Waarschuwingslampje bandspanning
5.
Bandspanning
waarschuwingslampje
12 14
10
5
8
6
mph
4
42
25.2
2 0
R
PSI
mp/h
2
Algemene Informatie
De bandspanning waarbij het waar-
schuwingslampje gaat branden wordt
gecompenseerd
bijbehorende digitale drukweergave niet
(zie pagina 170). Zelfs wanneer het
digitale display precies of ongeveer de
standaard bandspanning lijkt aan te
geven wanneer het waarschuwings-
lampje
brandt,
bandspanning aangegeven. Een lekke
band is dan de meest waarschijnlijke
oorzaak.
RPM
x1000
Zet de motorfiets stil wanneer het
waarschuwingslampje voor de band-
spanning gaat branden. Rij niet op de
motorfiets tot de banden gecontroleerd
zijn en de juiste bandspanning hebben
in koude toestand.
3
tot
20°C,
wordt
een
Waarschuwing
maar
de
lage
107