8.1.2
Inschakelen bij actieve stilstandverwarming
Verhoogde machinetemperatuur door ingeschakelde verwarming
Als de stilstandverwarming bij een lopende motor wordt gebruikt, kan het tot verhoogde
temperaturen in de machine komen. Dit kan tot materiële schade leiden.
● Zorg ervoor dat de stilstandverwarming uitgeschakeld is voor u de motor inschakelt.
● Gebruik de stilstandverwarming enkel bij een uitgeschakelde motor.
8.2
Machine inschakelen
1. Rijd de machine indien mogelijk zonder last aan en controleer de looprust.
2. Als de machine onberispelijk loopt, de machine belasten.
3. Controleer de temperaturen van de lager en de statorwikkeling, voor zover dit met de
aanwezige meetvoorzieningen mogelijk is.
8.3
Externe ventilator uitschakelen
Schakel de externe ventilator na het uitschakelen van de machine niet meteen uit. Wacht tot de
machine is afgekoeld. Daarmee vermijdt u "restwarmteophoping".
8.4
Herinschakelen na noodstop
● Controleer na een noodstop de machine voordat u de werkmachine opnieuw inschakelt.
● Verhelp alle oorzaken die tot de nooduitschakeling hebben geleid
Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315
Bedieningshandleiding, 02/2019, A5E43212233A
LET OP
Thermische overbelasting bij motoren met netvoeding
De aanlooptijd wordt naast het tegenmoment ook beïnvloed door het betreffende
traagheidsmoment. Tijdens het starten aan het net bedraagt de stroombelasting van de
motor een veelvoud van de nominale stroom. Dit kan tot een thermische overbelasting
leiden. De motor kan beschadigd worden.
Let daarom bij de aanloop op het volgende:
● Controleer de aanlooptijd en het aantal opeenvolgende aanloopprocessen.
● Neem de in de catalogus of opdrachtdocumentatie vermelde grenswaarden resp.
opstartvoorwaarden in acht.
8.4 Herinschakelen na noodstop
Bedrijf
75