Elektrische aansluiting
6.1 Machine aansluiten
6.1.2.3
Draairichting
Standaard zijn de machines zowel links- als rechtsdraaiend.
Sluit de nettoevoerleidingen bij vast gedefinieerde draairichtingen (draairichtingpijl) op de juiste
wijze aan.
● Wanneer de netleidingen met de fasevolgorde L1, L2, L3 op U, V, W resp. volgens NEMA
op T
(rechtsom).
● Wanneer twee aansluitingen worden omgewisseld, bijv. L1, L2, L3 op V, U, W resp. volgens
NEMA op T
Rechtsom draai‐
end
Linksom draaiend
Draairichting van de motor bij aanzicht op de DE-kant.
6.1.2.4
Uitvoeringen
Bij machines met aangeschroefd bovendeel van de aansluitkast kan deze met 4 x 90 graden
worden verdraaid.
6.1.2.5
Vrij uitgevoerde aansluitkabels
Gevaar voor kortsluiting en spanning
Als de aansluitleidingen tussen de onderdelen van de behuizing en de afdekplaat beklemd
raken, kan kortsluiting optreden.
Dit kan zwaar of dodelijk letsel of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
● Let er bij de demontage en in het bijzonder bij de montage van de afdekplaat op, dat de
52
T
T
worden aangesloten, dan resulteert dit in een rotatie met de klok mee
1
2
3
T
T
wordt aangesloten, resulteert dit in een rotatie tegen de klok in (linksom).
2
1
3
WAARSCHUWING
aansluitkabels niet beklemd raken tussen de onderdelen van de behuizing en de
afdekplaat.
Volgens IEC
U V W
V U W
Kraanmotoren 1PC134 / 1PC136 AH 132 ... 315
Bedieningshandleiding, 02/2019, A5E43212233A
Volgens NEMA
T
T
T
1
2
3
T
T
T
2
1
3