Wat gedaan als . . . ?
. . . de waarschuwingstoon weer-
klinkt, de temperatuurindicator van
de vrieszone knippert en op het
deurdisplay §% knippert?
De vrieszone is, afhankelijk van de in-
gestelde temperatuur, te warm, omdat
^ de vrieszonedeur vaak werd geo-
pend of grote hoeveelheden verse le-
vensmiddelen werden ingevroren.
^ de ventilatieroosters afgedekt waren.
^ er zich een lange stroomonderbre-
king heeft voorgedaan.
Als de storingen verholpen zijn, brandt
de temperatuurindicator van de vries-
zone constant en schakelt de
waarschuwingstoon uit.
. . . in de temperatuurindicatoren een
streepje brandt/knippert?
Controleer de temperatuurindicatoren
ca. 6 uur na het inschakelen van het
toestel. Er wordt slechts een tempera-
tuur aangegeven als de temperatuur in
het toestel binnen het weergeefbare
bereik ligt.
. . . een indicatorgedeelte in het
deurdisplay donker is?
Dit is geen storing, de zone in kwestie
is uitgeschakeld.
. . . het deurdisplay donker is?
^ Is het toestel ingeschakeld?
^ Ga na of de steekverbinding van de
toesteldeur naar het toestel in orde is:
– Koppel het toestel los van het
stroomnet.
38
– Open de bovenste toesteldeur.
– Verwijder de afdekking voor de
lagerstoel.
– Controleer de steekverbinding!
– Schuif de afdekking voor de
lagerstoel.
– Sluit het toestel weer aan op het
stroomnet.
Als het toestel wordt ingeschakeld en
de steekverbinding in orde is, maar het
deurdisplay nog steeds donker is, zit er
een storing in het toestel. Doe een be-
roep op de klantendienst!
. . . op de temperatuurindicator "F1"
tot "F5" verschijnt?
Er zit een storing in het toestel. Doe een
beroep op de klantendienst.
. . . op het deurdisplay § verschijnt?
Er zit een storing in het toestel. Doe een
beroep op de klantendienst.