Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbouwpositie - Samson 39-2 Inbouw- En Bedieningsvoorschrift

Reduceerventiel voor stoom
Inhoudsopgave

Advertenties

2 Inbouw

2.1 Inbouwpositie

Het reduceerventiel moet in een horizontale
leiding worden gemonteerd met de aandrij-
ving naar beneden gericht. De doorstroom-
richting moet overeenkomen met de pijl op
de behuizing.
Let erop bij de keuze van de inbouwplaats,
dat het instrument ook na montage goed
toegankelijk blijft.
Het instrument moet spanningsvrij worden
gemonteerd. Eventueel de leidingen in de
buurt van de aansluitingen ondersteunen.
Breng nooit ondersteuningen aan op het
ventiel of de aandrijving.
Om het ventiel vrij te houden van conden-
saat, moet de leiding naar beide zijden licht
aflopen. Wanneer de leiding voor of achter
het ventiel loodrecht naar boven loopt, dan
moet een automatisch ontwatering worden
gemonteerd (SAMSON condensaat-aftap
type 13 E).
Tussen het reduceerventiel en het aftappunt
voor de nadruk, mag in geen geval een
apparaat worden geplaatst dat invloed
1
2
figuur 3.1
aansluiting stuurleiding
1
2
figuur 3.2
aansluiting stuurleiding verdeler
figuur 3 ⋅ inbouwvoorbeelden
4
3
5
3
5
heeft op de diameter van de leiding (bijv.
temperatuurregelaar, afsluiter, enz.).
Wanneer een by-pass leiding aanwezig is,
dan moet deze zodanig worden gelegd dat
deze achter het aftappunt voor de nadruk in
de leiding uitmondt. In de by-pass leiding
moet een ventiel worden gemonteerd.
Spoel de leiding zorgvuldig door voordat het
reduceerventiel wordt ingebouwd, zodat
door het medium meegevoerde vaste deeltjes
en andere verontreinigingen het, betrouwbaar
functioneren en vooral de dichte afsluiting
niet nadelig kunnen beïnvloeden. Er moet
voor het reduceerventiel een filter (SAMSON
type 2N) worden ingebouwd (zie par. 2.3).
2. Stuurleidingen en expansievat
De stuurleiding moet ter plekke uit 3/8" lei-
ding worden gemaakt. Wanneer de leiding
in koper moet worden uitgevoerd dan ver-
dient het aanbeveling leiding 12 x 1 te ge-
bruiken.
Een expansievat is noodzakelijk voor con-
densaatvorming en zo voor bescherming van
het membraan tegen te hoge temperaturen.
6
7
figuur 3.3
aansluiting onder
midden van de flens
6
8
figuur 3.4
aansluiting boven
midden van de flens
1 afsluiter
2 manometer voordruk
3 filter
4 expansievat
min. 1/2"
extra
condensaatzuil
5 reduceerventiel
6 manometer nadruk
7 afsluiter
8 condensaat-snelaftap
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave