buitentemper
atuur
P14
Toerental
compressor
daalt vanwege
detectie van
abnormaal
lage druk door
condensor-
druksensor
Storing
F01
Storing
buitentempe-
ratuursensor
buitendeel
F02
Storing
temperatuur-
sensor
verdamper-
buitendeel
F03
Storing
persgastempe
ratuur
sensor
compressor
14
Compressor
wordt stilgezet.
17
Compressor
wordt stilgezet.
18
Compressor
wordt stilgezet.
19
Compressor
wordt stilgezet.
Installatiehandleiding HP-S 110/130 V1.14 | 01-02528
Deze beveiliging wordt geactiveerd
wanneer de systeemdruk te laag is.
De eerste keer wordt de normale
werking van de warmtepomp na
5 minuten automatisch hervat. Als
dezelfde storing binnen een
bepaalde tijdspanne drie keer
achter elkaar optreedt, wordt de
warmtepomp stilgezet en moet
deze worden herstart. Controleer
of het systeem genoeg
koudemiddel bevat of lek is
(meestal wordt de abnormale
verdampingsdruk veroorzaakt door
een gebrek aan koudemiddel); of
de ventilatormotor en de
waterpomp naar behoren werken;
of de condensor is geblokkeerd; of
de watertemperatuur te laag is en
of het temperatuurverschil tussen
de waterinlaat en de wateruitlaat
te groot is (maximaal 8 ℃).
Controleer de
buitentemperatuursensor en
probeer de oorzaak van de storing
vast te stellen (sensor stuk,
kortsluiting of te groot verloop van
de waarde). Vervang de sensor,
indien nodig.
Controleer de temperatuursensor
van de verdamper in het
buitendeel en probeer de oorzaak
van de storing vast te stellen
(sensor geopend, kortsluiting of te
groot verloop van de waarde).
Vervang de sensor, indien nodig.
Controleer de uitblaastemperatuur
sensor en probeer de oorzaak van
de storing vast te stellen (sensor
geopend, kortsluiting of te groot
verloop van de waarde). Vervang
de sensor, indien nodig.
89