2.5.5 Bedrading & afzekering
•
Gebruik de juiste zekering voor de warmtepomp. De zekeringswaarde dient een stap hoger
geselecteerd te worden dan het maximale amperage van de warmtepomp vereist (traag
afzekeren).
•
De voeding van de warmtepomp moet geaard zijn.
•
De bedrading moet worden aangelegd door gekwalificeerd personeel.
•
De bedrading dient te voldoen aan de ter plaatse geldende voorschriften (NEN1010).
•
Schakel de warmtepomp uit voordat met de werkzaamheden aan de bedrading wordt
begonnen.
•
De bedrading moet stevig worden bevestigd, zodat deze niet kan losraken.
•
Zorg ervoor dat de elektrische voeding voldoet aan de voedingsspecificaties op de typeplaat.
•
Zorg ervoor dat de elektrische voedingen, kabels en werkschakelaars geschikt zijn voor het
voorgeschreven elektrisch vermogen van de warmtepomp.
•
Zorg er voor dat alle delen elektrisch uit te schakelen zijn (warmtepomp, interne
hulpverwarming en eventuele externe hulpverwarming) als er gewerkt wordt aan de
warmtepomp (buitendeel) of het binnendeel.
Installatietekening
Hoofdvoeding
Voeding binnen en
buitendeel
Stroomtoevoer
Voeding interne hulp -
verwarming
communicatiekabel tussen binnen-
en buitendeel
Voeding buitendeel
Installatiehandleiding HP-S 110/130 V1.14 | 01-02528
35