2.1.1 Systeemconfiguraties
De HP-S lucht/waterwarmtepompen kunnen op veel verschillende manieren ingezet worden.
In de basis vallen de toepassingen echter in twee categorieën uit één:
1. All Electric
2. Hybride, in combinatie met een CV-ketel.
In deze paragraaf is een all electric variant uitgewerkt met één temperatuurzone en een hybride variant met
een hoge, een lage temperatuurzone en een tapwatervoorraadvat.
Een all electric variant met twee temperatuurzones is natuurlijk ook mogelijk, net als een hybride variant
zonder tapwatervoorraadvat (in een hybride variant heeft het de voorkeur om tapwater door de ketel en niet
door de warmtepomp te laten produceren).
Vele combinaties zijn dus mogelijk en het gaat te ver alle mogelijk varianten uit te werken.
Het is belangrijk dat het CV-afgiftesysteem voldoende systeeminhoud en debiet heeft en dat het minimale
verwarming- of koelvermogen in alle omstandigheden overgedragen kan worden aan het afgiftesysteem.
Houdt hier dan ook met uw zonering rekening mee.
Als aan beide voorwaarden is voldaan kan het buffervat uit het systeem worden weggelaten.
Het is aan te bevelen om in het LT-afgifte systeem een aantal groepen altijd open te houden om
schommelingen in de watertemperatuur als gevolg van veranderingen in het toerental van de compressor te
voorkomen.
Een buffer voor CV is nodig als uw CV-systeem niet voldoende inhoud bevat om stabiel te kunnen functioneren
(zie paragraaf 3.5.2: CV-instellingen)
Installatiehandleiding HP-S 110/130 V1.14 | 01-02528
13