Inhoudsopgave
Advertenties
B. Controleer of het water mogelijk door een andere pomp wordt rondgepompt door de warmtepomp.
C. Als de circulatiepomp van de warmtepomp werkt. Controleer ook of er geen lucht ingesloten is in het
systeem.
4: Communicatiestoring
Als er een communicatiefout wordt weergegeven, is de communicatie tussen het bedieningspaneel, de
printplaat van het binnendeel en de printplaat van de buitendeel geconfigureerd, maar gaat er tijdens de
communicatie te veel data verloren.
Handel in het geval van deze storing als volgt:
A. Controleer of de communicatiekabel niet langer is dan 30 m.
B. Controleer of er in de nabijheid van de warmtepomp op storingsbronnen aanwezig zijn.
De normale werking van de warmtepomp wordt automatisch hervat wanneer de communicatie is hersteld.
5: Fout verbinding seriële poort
Deze fout houdt in dat de communicatie tussen het bedieningspaneel en de printplaat van het binnendeel of
de communicatie tussen het bedieningspaneel en de printplaat van het buitendeel niet naar behoren is
geconfigureerd.
Handel in het geval van deze storing als volgt:
A. Controleer de kabelverbindingen.
B. Controleer of de laatste drie schakelaars op de voedingsplaat van de buitendeel zijn ingesteld op 001
(zie DIP-schakelaar buitendeel; 3.4.5 Printplaat buitendeel)
C. Controleer of de laatste drie schakelaars op de printplaat van het binnendeel zijn ingesteld op 000 (zie
DIP-schakelaar binnendeel; 3.4.4 Printplaat binnendeel).
De normale werking van de warmtepomp wordt automatisch hervat wanneer de communicatie is hersteld.
6: Temp. koelwater te laag (T
De compressor wordt stilgezet als de temperatuur in de wateruitlaat in koelbedrijf te laag is.
Bij een te lage watertemperatuur kan het water in de platenwarmtewisselaar bevriezen en schade
veroorzaken.
Handel in het geval van deze storing als volgt:
A. Controleer of de temperatuursensor T
B. Controleer of de watertemperatuur te laag is ingesteld.
C. Controleer of het debiet van de systeempomp te laag is ingesteld.
7: Watertemperatuur Uit te hoog (T
De compressor wordt gestopt als de temperatuur in de wateruitlaat in verwarmings- of tapwaterbedrijf te hoog
is.
Bij een te hoge watertemperatuur kan de condensatiedruk in het systeem te hoog oplopen en kan de
warmtepomp defect raken.
Handel in het geval van deze storing als volgt:
A. Controleer of de temperatuursensor Tc en Tw naar behoren werken en goed zijn aangesloten.
B. Controleer of de watertemperatuur te hoog is ingesteld.
C. Controleer of het debiet van de systeempomp te laag is ingesteld.
8: Storing ontdooien S08
Als de ontdooiingsprocedure drie keer achter elkaar niet kan worden uitgevoerd, wordt de warmtepomp
stilgezet en wordt storingscode S08 weergegeven.
De normale werking van de installatie kan alleen worden hersteld door de warmtepomp te herstarten.
Controleer of de watertemperatuur in het huidige circuit (CV of tapwater) misschien te laag is om de
warmtepomp te ontdooien. Deze storing voorkomt dat de platenwarmtewisselaar hierdoor bevriest.
)
c
naar behoren werkt en goed is aangesloten.
c
)
uo
Installatiehandleiding HP-S 110/130 V1.14 | 01-02528
50
Advertenties
Inhoudsopgave
