Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Carrier 30RBV17 Instructies Voor Installatie pagina 65

Inhoudsopgave

Advertenties

4 - WERKING
4.3.2 - Compressoren
30RBV/RQV apparaten gebruiken een hermetische rotatiecompressor.
Deze wordt geregeld door een frequentieregelaar (VFD). De roterende
compressor heeft een ingebouwde olieverwarming in het huis.
Het compressorsubframe is compleet met:
• Trillingdempers tussen het chassis van het apparaat en dat van de
compressor.
• Een hogedrukschakelaar of compressor carterthermostaat regelaar
aan de perszijde van de compressor.
De compressoren die zijn gemonteerd in deze apparaten zijn gevuld met
speciale olie.
OPMERKING: gebruik uitsluitend de in dit document aangegeven
koudemiddelen en smeermiddelen. Gebruik geen perslucht (er mag
geen lucht binnendringen door lekkage tijdens de koelingscycli).
4.3.3 - Luchtverdamper/condensor
De 30RBV/RQV batterijen zijn warmtewisselaars met inwendig gegroefde
koperen buizen met aluminium lamellen.
4.3.4 - Ventilatoren
De ventilatoren worden aangedreven door een synchroonmotor met
permanente magneet. De motoren worden geregeld via een
frequentieregelaar (VFD).
In overeenstemming met de verordening nr. 327/2011 die de implementering
vormt van Richtlijn 2009/125/EG betreffende de eisen inzake een ecologisch
ontwerp voor ventilatoren aangedreven door motoren met een opgenomen
elektrisch vermogen tussen 125 W en 500 kW.
Product
Totale efficiëntie
Meetcategorie
Efficiency categorie
Nagestreefd efficiëntieniveau ERP2015
Efficiëntie bij optimale energie efficiëntiepunt
Frequentieregelaar
Fabricagejaar
Ventilator fabrikant
Motorfabrikant
Ventilator referentie
Motor referentie
Nominaal vermogen van de motor
Debiet
Druk bij optimale energie-efficiëntie
Nominaal toerental
Specifieke verhouding
Informatie betreffende de demontage, recycling
of verwijdering aan het eind van de levensduur
I n f o r m a t i e o m t r e n t m i n i m a l i s e r e n v a n
milieubelasting
Volgens de verordening nr. 640/2009 en wijziging 4/2014 tot uitvoering van
Richtlijn 2009/125/EG met betrekking tot de eisen inzake ecologisch
ontwerp voor elektromotoren.
Motortype
Motor inbegrepen in het toepassingsdomein van de
verordening 640/2009 en wijziging 4/2014
4.3.5 - Pulsmotor expansieventiel (PMV)
Elke PMV is voorzien van een stappenmotor (0-500 pulsen). De 17 kW
apparaten hebben een PMV in het koudemiddelcircuit, terwijl de 21kW
apparaten twee parallelle PMV's hebben.
30RBV/RQV
%
29,1
A
Statisch
N(2015) 40
40,6
JA
Zie machine kenplaat
Complast Industrie SRL
Nidec
C025223H01
B036870H01
kW
0,15
m
/s
0,84
3
Pa
51
rpm
847
1,002
Zie onderhoudsinstructie
Zie onderhoudsinstructie
Synchroonmotor met
permanente magneet
NEE
4.3.6 - Vochtindicator
Deze indicator bevindt zich in de vloeistofleiding en geeft zicht op de
koudemiddelvulling van het apparaat en geeft de aanwezigheid van vocht
in het circuit aan. Als er belletjes in het kijkglas zichtbaar zijn, dan kan dit
duiden op onvoldoende koudemiddel of de aanwezigheid van niet-
condenseerbare stoffen in het systeem. Bij aanwezigheid van vocht
verandert de kleur van de indicator in het kijkglas.
4.3.7 - Filterdroger
Dit is een gesoldeerde filterdroger uit één stuken is in de vloeistofleiding
geplaatst. De filterdroger houdt het circuit schoon en vrij van vocht. Het
vochtindicator geeft aan wanneer de filterdroger moet worden vervangen. De
filterdroger is een biflow inrichting op de 30RQV-apparaten, wat wil zeggen
dat deze in beide bedrijfstypen filtert en droogt. In verwarmingsbedrijf is het
drukverlies veel groter. Een temperatuurverschil tussen de intrede en uittrede
van de filterdroger geeft aan dat de droger vervuild is.
4.3.8 - Waterverdamper/condensor
De verdamper/condensor is een platenwarmtewisselaar. De wateraansluiting
van de warmtewisselaar is van schroefdraad voorzien. Hij heeft een
thermische isolatie van 6 en 13 mm dik polyurethaanschuim en standaard
inbegrepen vorstbescherming.
De producten die eventueel worden gebruikt voor de warmte-isolatie van
de vaten bij het aansluiten van de waterleidingen moeten chemisch neutraal
zijn ten opzichte van de materialen en coatings waarop zij worden
aangebracht. Dit is ook het geval voor de originele producten van de
fabrikant.
OPMERKING:Controle tijdens bedrijf:
• Volg de plaatselijke voorschriften voor het toezicht op de onder
druk staande apparatuur.
• De gebruiker of operator wordt geacht een controle- en
onderhoudslogboek bij te houden.
• Als er geen nationale voorschriften zijn, voer de controles dan
uit in overeenstemming met norm EN 378 / ISO 5149.
• Houd u aan de lokale aanbevelingen van de bedrijfstak, als deze
er zijn.
• Controleer de warmtewisselaar vloeistof regelmatig op
verontreiniging (bijv. siliciumkorreltjes). Deze verontreinigingen
kunnen slijtage of corrosie veroorzaken door pitvorming.
• De rapporten van de periodieke controles door de gebruiker of het
bedienend personeel moet worden opgenomen in het service en
onderhoudsdossier.
4.3.9 - Koudemiddel
30RBV/RQV apparaten werken met koudemiddel R-410A.
4.3.10 - Hogedrukbeveiliging
30RBV/RQV apparaten zijn voorzien van veiligheidsdrukschakelaars met
automatische reset aan hogedrukzijde. Zie voor de resetten van alarmen
§ 6. Alarmomschrijving.
4.3.11 - Vloeistofvat
30RQV apparaten zijn voorzien van mechanisch gelaste voorraadtanks
die het overschot aan koudemiddel opvangen wanneer het apparaat in
het verwarmingsbedrijfstype werkt.
4.3.12 Vierweg klep
Via dit onderdeel kunnen 30RQV apparaten de koelcyclus omkeren voor
de werking in het koelingsbedrijfstype, het verwarmingsbedrijfstype en
tijdens de ontdooicyclus.
4.3.13 - Inverter subframe voor compressor en
ventilatoren
De 30RBV/RQV apparaten hebben invertermodules voor het regelen van
de compressor en de ventilatormotoren.
4.3.14 - Accumulator
DE 30RBV/RQV apparaten hebben een accumulator in de
compressorzuigleiding om te voorkomen dat vloeistof overloopt naar de
compressor, met name tijdens de ontdooicyclus en het omschakelen.
65

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

30rbv2130rqv1730rqv21

Inhoudsopgave