1 - INLEIDING
1.5.3 - Elektrische gegevens 30RBV/RQV 17-21
30RBV / RQV (alle opties)
Hoofdstroom
Elektrische voeding
Netspanningslimieten
Stuurstroom
Nominale opgenomen stroom van het apparaat (Un)
Max. opgenomen vermogen van het apparaat (Un)
Cosinus phi van het apparaat bij max. vermogen
Maximum opgenomen stroom van het apparaat (Un-10%)
Maximum opgenomen stroom van het apparaat (Un)
Max. aanloopstroom, standaardapparaat
(1) Standaard Eurovent-condities (intrede-/uittredetemperatuur verdamper = 12°C / 7°C, buitenluchttemperatuur = 35°C).
(2) Opgenomen vermogen, compressoren en ventilatoren, bij de bedrijfslimieten van het apparaat (verzadigde zuiggastemperatuur 15 °C, verzadigd condensatietemperatuur
68,3 °C) en nominale spanning van 400 V (aangegeven op de kenplaat van het apparaat).
(3) Max. bedrijfsstroom van het apparaat bij max. opgenomen vermogen en bij 360 V.
(4) Max. bedrijfsstroom van het apparaat bij max. opgenomen vermogen en bij 400 V (waarden aangegeven op de kenplaat van het apparaat).
(5) Max. kortdurende aanloopstroom bij bedrijfslimieten (max. bedrijfsstroom van de kleinste compressor(en) + ventilatorstroom + aanloopstroom van de grootste compressor).
1.5.4 - Elektrische gegevens, hydromodule
De pompen met vast toerental die af-fabriek in de apparaten zijn gemonteerd hebben motoren met efficiëntieklasse IE2. De extra
benodigde
elektrische gegevens zijn als volgt:
(1)
Voor pompmotoren met vast toerental (optie)
Nr.
(2)
1
Nominale efficiëntie bij vollast en nominale spanning
1
Nominale efficiëntie bij 75% van de nominale belasting en spanning
1
Nominale efficiëntie bij 50% van de nominale belasting en spanning
2
Efficiëntieniveau
3
Fabricagejaar
Naam of handelsmerk van de fabrikant, handelsregisternummer en
4
vestigingsplaats van de fabrikant
5
Modelnummer van het product
6
Aantal polen van de motor
Nominaal asvermogen bij volle belasting en nominale spanning (400
7-1
V)
7-2
Max opgenomen vermogen
8
Nominale ingaande frequentie
9-1
Nominale spanning
9-2
Max. opgenomen stroom
(6)
10
Nominaal toerental
Informatie betreffende de demontage, recycling of verwijdering aan
11
het eind van de levensduur
Informatie over het bereik van de bedrijfsomstandigheden waarvoor
12
de motor specifiek is ontworpen
I. Hoogte boven zeeniveau
II. Omgevingsluchttemperatuur
III. Maximum luchttemperatuur
IV. Mogelijk explosieve omgevingen
(1) Nodig bij verordening 640/2009 met betrekking tot de toepassing van richtlijn 2009/125/EG op de eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektrische motoren
(2) Itemnummer volgens verordening 640/2009, bijlage I2b.
(3) Beschrijving volgens verordening 640/2009, bijlage I2b.
(4) Boven 1000 m moet rekening worden gehouden met een afname van 3% voor elke 500 m.
(5) U vindt het max. opgenomen vermogen van een apparaat met hydromodule door het max. opgenomen vermogen van het apparaat in de tabel met elektrische gegevens
te verhogen met het opgenomen vermogen van de pomp.
(6) U vindt de max. opgenomen bedrijfsstroom van een apparaat met hydromodule door de max. opgenomen bedrijfsstroom van het apparaat in de tabel met elektrische
gegevens te verhogen met de opgenomen stroom van de pomp.
(1)
(2)
(2)
(3)
(4)
(5)
(400 V)
(5)
(400 V)
17
V-F-Hz
400-3+N-50
V
360-440
A
7,2
kW
10,8
0,93
A
18,5
A
16,7
A
Niet van toepassing (minder dan de bedrijfsstroom)
apparaten
%
%
%
-
Deze informatie varieert afhankelijk van de fabrikant en het model op het
-
moment van inbouwen. Zie de kenplaten van de motoren.
-
-
-
kW
kW
Hz
V
A
tr/min - tr/s
Demontage met standaard gereedschap.
-
Verwijdering en recycling via een toepasselijk bedrijf.
m
°C
Raadpleeg de bedrijfscondities die in deze handleiding of in de
°C
selectieprogramma's van de fabrikant zijn opgegeven.
-
21
400-3+N-50
360-440
24 V AC via interne transformator
12,4
0,93
21,2
19,2
30RBV/RQV 17-21
72.3
70.7
65.6
N.v.t.
Hetzelfde als hierboven
Hetzelfde als hierboven
2
0,55
0,82
50
400
1,58
2800
< 1000
(4)
40
(1)
N.v.t.
9
15