2 - INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
2.4 - Elektrische aansluitingen
Zie de met het apparaat geleverde elektrische schema's..
2.4.1 - Elektrische voeding
De elektrische voeding moet overeenkomen met de specificatie op de
kenplaat van de koelmachine en de warmtepomp. De voedingsspanning
moet liggen binnen de limieten aangegeven in de tabel met elektrische
gegevens. Zie voor aansluitingen de elektrische schema's en de officiële
maatschetsen.
LET OP:
Nadat het apparaat in bedrijf is gesteld, mag de hoofdstroom
alleen worden afgekoppeld voor kort onderhoud (voor een dag
maximaal). Voor onderhoudswerkzaamheden die langer duren
of wanneer het apparaat buiten gebruik wordt gesteld en wordt
opgeslagen (bijv. gedurende de winter of als het apparaat geen
koeling hoeft op te wekken) dan moet de voeding aan blijven om
de voeding van de elektrische eenheid te garanderen
(verwarmingselement compressor batterij, vorstbescherming
van het apparaat).
De voedingsaansluiting kan verschillen, afhankelijk van de gekozen
opties voor de eenheid:
- Een standaard eenheid
- of de hoofdschakelaaroptie
Afbeelding 11: standaard voedingsaansluiting
PE
PE
Levering derden
2.4.2 - Aanbevolen aderdiameters
Het dimensioneren van de elektrische bekabeling is de
verantwoordelijkheid van de installateur en is afhankelijk van de
specifieke kenmerken van een project en de plaatselijke voorschriften.
Het onderstaande is slechts bedoeld als richtlijn. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor eventuele schade die hieruit zou kunnen
voortvloeien. Nadat de bekabeling is gedimensioneerd moet de
installateur, met behulp van de meegeleverde officiële maatschets,
zorgen voor een gemakkelijke aansluiting en modificaties aangeven
die op het werk moeten worden uitgevoerd.
De standaard aansluitklemmen voor het aansluiten van de
voedingskabels van de klant zijn ontworpen voor het aantal en type
van de draden die in de tabel hieronder zijn aangegeven.
De berekeningen zijn gebaseerd op de maximale machine
stroomafname (zie de kenplaat en tabellen met elektrische gegevens),
en de standaard installatiepraktijk, in overeenstemming met IEC
60364, tabel 52C is toegepast:
• Nr. 17: bovengrondse leidingen,
• Nr. 61: ondergrondse kabeldoorvoer met een reductiecoëfficiënt
van 20.
De berekening is gebaseerd op met PVC of XLPE geïsoleerde kabels
m e t k o p e r e n g e l e i d e r s . G e r e k e n d i s m e t e e n m a x i m u m
omgevingstemperatuur van 46°C . De gegeven draadlengte beperkt
het spanningsverlies tot < 5% (lengte L in meter - zie tabel hieronder).
BELANGRIJK:
Vóór het aansluiten van de voedingskabels (L1 - L2 - L3 – N - PE)
op de klemmenstrook moet u, voordat u de aansluitingen maakt,
verplicht de correcte volgorde van de 3 fases controleren,
alsmede de goede aansluiting van de nuldraad (als de nuldraad
niet correct is aangesloten, kan het apparaat onherstelbare
schade oplopen).
Afbeelding 12: voedingsaansluiting met
hoofdschakelaar (optie)
Levering derden
Aansluiting klant
3x400V+N+PE
Optie QS100
25