1 - INLEIDING
Sluit de waterintrede en uittredeafsluiters en ontlucht het
watercircuit alvorens werkzaamheden aan de componenten in
het circuit uit te voeren (gaasfilter, pomp, stromingsschakelaar
enz.).
Controleer regelmatig alle kleppen, hulpstukken en leidingen van
koudemiddelcircuits en waterzijdige circuits op corrosie en
lekkage.
Draag gehoorbeschermers bij het uitvoeren van werkzaamheden
in de buurt van een draaiend apparaat.
Zorg er altijd voor dat u het juiste koudemiddel gebruikt voor het
opnieuw vullen van het apparaat.
Het aanvullen van een koudemiddel anders dan het oorspronkelijke
vullingtype (R-410A) koudemiddel zal een verstoorde werking
hebben en kan zelfs leiden tot onherstelbare schade aan de
compressoren. De compressoren werken met R-410A en zijn gevuld
met asyntheticpolyol-ester olie.
Voor alle werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit, moet de
volledige koudemiddelvulling worden hersteld.
10
1.3 - Controles vooraf
Controleren van de zending:
- Inspecteer het apparaat op schade of ontbrekende onderdelen.
Stel het transportbedrijf direct aansprakelijk als schade wordt
geconstateerd of als de zending onvolledig is.
- Controleer of het ontvangen apparaat het apparaat is dat u hebt
besteld. Controleer of de gegevens van de naamplaat
overeenkomen met die van de bestelling.
- De kenplaat is op twee plaatsen op het apparaat aangebracht:
• aan de buitenkant, op een van de zijkanten
• aan de binnenkant.
- Op de kenplaat van het apparaat moet de volgende informatie zijn
vermeld:
• Typenummer - grootte
• CE-markering
• Serienummer
• Productiejaar, druk- en lekdichtheidstestdatum
• Vloeistof welke wordt getransporteerd
• Gebruikt koudemiddel
• Koudemiddelvulling per circuit
• PS: Min./max. toegestane druk (hoge- en lagedrukzijde)
• TS: Min./max. toegestane temperatuur (hoge- en lagedruk zijde)
• Uitschakeldruk van drukschakelaar
• Lektestdruk van het apparaat
• Spanning, frequentie, aantal fasen
• Maximum opgenomen stroom
• Max. opgenomen vermogen
• Nettogewicht van het apparaat
- Controleer of alle opties compleet en onbeschadigd zijn
meegeleverd.
Gedurende de gehele levensduur van het apparaat moet hij
periodiek worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat hij
niet is beschadigd door schokken (hanteren van accessoires,
gereedschappen etc.). Zo nodig moeten de beschadigde
onderdelen worden gerepareerd of vervangen. Zie ook hoofdstuk
§5. Onderhoud.