3 - INSTALLATIE VAN HET SYSTEEM
Nr. Stappen
Afbeelding
Als de apparaten zijn voorzien van een interne toerengeregelde hoofdpomp, dan moeten diverse parameters worden ingesteld voor elk apparaat van de Master/
Als de apparaten zijn voorzien van een interne toerengeregelde hoofdpomp, dan moeten diverse parameters worden ingesteld voor elk apparaat van de Master/
7
het master apparaat wordt dan gebruik voor alle andere confi guratiepunten (setpoint...). Om de status van de verschillende Slaves te kennen, gebruikt u onderstaande procedure (zie §
8
Tabel
Par.
Aanduiding
Voor het confi gureren van de hoofdpomp van het master apparaat, moeten de andere apparaten
van de instalaltie in de modus OFF zijn (alleen master apparaat is ingeschakeld)
met een gemeenschappelijk bedieningspaneel om de master status door te geven
MSL_
Master/Slave
758
CONF
pomptype
Bepaal het min. pomptoerental om het afsluiten van de stromingschakelaar mogelijk te maken (zie tabel 3: acties in het
WUI-parametermenu of servicegereedschappen voor de activering van de reiniging, ontluchting en regeling van het debiet
Pas het pomptoerental aan om het verwachte waterdebiet te verkrijgen (zie tabel 3: acties in het WUI-parametermenu
of servicegereedschappen voor de activering van de reiniging, ontluchting en regeling van het debiet voor het
hydraulische circuit - Regel 'Toerengeregelde pomp – regeling op aanpasbaar constant toerental')
Voor het confi gureren van de hoofdpomp van het master apparaat, moeten de andere apparaten van de installatie in
Gebruik procedure §3.7.3.b - Beheren van Master en Slave apparaten met een gemeenschappelijk bedieningspaneel
MSL_
Master/Slave
758
CONF
pomptype
Bepaal het min. pomptoerental om het afsluiten van de stromingschakelaar mogelijk te maken (zie tabel 3: acties in het
WUI-parametermenu of servicegereedschappen voor de activering van de reiniging, ontluchting en regeling van het debiet
Pas het pomptoerental aan om het verwachte waterdebiet te verkrijgen (zie tabel 3: acties in het WUI-parametermenu
of servicegereedschappen voor de activering van de reiniging, ontluchting en regeling van het debiet voor het
hydraulische circuit - Regel 'Toerengeregelde pomp – regeling op aanpasbaar constant toerental')
Voor het confi gureren van de hoofdpomp van de slave-unit 1, moeten de andere apparaten van de installatie in de
Gebruik procedure §3.7.3.b Beheren van Master en Slave apparaten met een gemeenschappelijk bedieningspaneel
MSL_
Master/Slave
758
CONF
pomptype
Bepaal het min. pomptoerental om het afsluiten van de stromingschakelaar mogelijk te maken (zie tabel 3: acties in het
WUI-parametermenu of servicegereedschappen voor de activering van de reiniging, ontluchting en regeling van het debiet
Pas het pomptoerental aan om het verwachte waterdebiet te verkrijgen, met pompparameters = aanpasbaar constant
toerental (zie tabel 3: acties in het WUI-parametermenu of servicegereedschappen voor de activering van de
reiniging, ontluchting en regeling van het debiet voor het hydraulische circuit - Regel 'Toerengeregelde pomp –
Voor het confi gureren van de hoofdpomp van unit Slave 2, moeten de andere apparaten van de installatie uit zijn
Gebruik procedure §3.7.3.b - Beheren van Master en Slave apparaten met een gemeenschappelijk bedieningspaneel
MSL_
Master/Slave
758
CONF
pomptype
Bepaal het min. pomptoerental om het afsluiten van de stromingschakelaar mogelijk te maken (zie tabel 3: acties in het
WUI-parametermenu of servicegereedschappen voor de activering van de reiniging, ontluchting en regeling van het debiet
Pas het pomptoerental aan om het verwachte waterdebiet te verkrijgen, met pompparameters = aanpasbaar constant
toerental (zie tabel 3: acties in het WUI-parametermenu of servicegereedschappen voor de activering van de
reiniging, ontluchting en regeling van het debiet voor het hydraulische circuit - Regel 'Toerengeregelde pomp –
3.7.3. b - Beheren van Master en Slave apparaten met een gemeenschappelijk bedieningspaneel).
Beschrijving
Slave-installatie
Gebruik procedure §3.7.3.b - Beheren van Master en Slave apparaten
0 = Geen pompaansturing
1 = Gemeenschappelijke waterpomp (een
pomp is gemonteerd buiten het apparaat op
het watersysteem en wordt aangestuurd
door master apparaat)
2 = Aparte waterpomp: draait overeenkomstig
algehele M/S-status (Par.229)
3 = Aparte waterpomp: gestopt als apparaat
voldoende is
voor het hydraulische circuit)
Slave-installatie
de stand OFF staan
(alleen master apparaat is ingeschakeld)
om de master status door te geven
0 = Geen pompaansturing
1 = Gemeenschappelijke waterpomp (een
pomp is gemonteerd buiten het apparaat op
het watersysteem en wordt aangestuurd
door het master apparaat)
2 = Aparte waterpomp: draait overeenkomstig
algehele M/S-status (Par.229)
3 = Aparte waterpomp: gestopt als unit
voldoende is
voor het hydraulische circuit)
stand OFF staan
(alleen slave 1 is ingeschakeld)
om de Slave 1 status door te geven
0 = Geen pompaansturing
1 = Gemeenschappelijke waterpomp (een
pomp is gemonteerd buiten het apparaat op
het watersysteem en wordt aangestuurd
door het master apparaat)
2 = Aparte waterpomp: draait overeenkomstig
algehele M/S-status (Par.229)
3 = Aparte waterpomp: gestopt als unit
voldoende is
voor het hydraulische circuit)
regeling op aanpasbaar constant toerental')
(alleen Slave 2 is ingeschakeld)
om de Slave 2 status door te geven
0 = Geen pompaansturing
1 = Gemeenschappelijke waterpomp (een
pomp is gemonteerd buiten het apparaat op
het watersysteem en wordt aangestuurd
door het master apparaat)
2 = Aparte waterpomp (elke master of slave
unit heeft zijn eigen pomp)
voor het hydraulische circuit)
regeling op aanpasbaar constant toerental')
Bereik Standaard
Vb. Eenheid
0 tot 3
2
2
-
0 tot 3
2
2
-
0 tot 3
2
2
-
0 tot 3
2
2
-
47