4 - WERKING
- Als de buitenluchttemperatuur geldig is, dan is het watersetpoint gelijk
aan de aangepaste maximum watertemperatuur [P585].
- Als de buitenluchttemperatuur boven de actuele maximum
buitenluchttemperatuur grenswaarde is, dan is het watersetpoint
gelijk aan de aangepaste minimum watertemperatuur [P584].
- Als de minimum buitenluchttemperatuur groter dan of gelijk aan de
maximum buitenluchttemperatuur grenswaarde is, dan is het
watersetpoint gelijk aan de aangepaste maximum watertemperatuur
[P584].
4/ Verschuiving van klimaatcurves (voorgedefinieerd en
klanteigen)
Er kunnen ook twee andere parameters worden geconfigureerd voor het
aanpassen van het watersetpoint aan de wensen van de klant:
• voor de koeling curve, kan het koeling minimum watersetpoint [P589]
worden verschoven door een verschuiving aan de onderkant van de
curve (koeling curve min stp offset [P413])
• en voor de verwarming curve, kan het verwarming maximum
watersetpoint [P585] worden verschoven door een verschuiving aan
de bovenkant van de curve (verwarming curve max stp offset [P412])
b - installatie met extern bedieningspaneel
Wanneer het apparaat is voorzien van een bedieningspaneel op afstand of binnentemperatuuropnemer, kan de regeling worden gebaseerd op het
luchtsetpoint.
Afhankelijk van de bezetting en het verwarming/koeling/SWW-bedrijfstype, geldt het onderstaande luchtsetpoint.
Het luchtsetpoint kan op twee manieren worden geconfigureerd:
- Rechtstreeks op het bedieningspaneel (zie de gebruiksaanwijzing van het bedieningspaneel)
- In het parametermenu via het bedieningspaneel of JBus of eigen protocol (zie § 7. Parameteroverzicht)
KOELING
WUI-bezetting
Luchtsetpoint rechtstreeks op WUI
Koeling thuis setpoint
Koeling slapen setpoint
VERWARMING
WUI-bezetting
Luchtsetpoint rechtstreeks op WUI
Verwarming thuis setpoint
Verwarming slapen setpoint
Verwarming weg setpoint
Nadat de luchtsetpointen zijn gedefinieerd, moeten de watersetpointen worden geconfigureerd (zie §3.9. Apparaat met bedieningspaneel op afstand).
4.2.6 - Vorstbeveiliging van de woning
Deze beveiliging wordt gebruikt op 30RQV, alleen met extern bedieningspaneel of binnenluchttemperatuuropnemer. Deze wordt gebruikt om een
minimum kamertemperatuur te handhaven die standaard is ingesteld op 6°C. Wanneer de kamertemperatuur daalt onder het vorstbeschermingssetpoint
van de woning [P427], gaat het apparaat draaien in het verwarmingsbedrijfstype tot de kamertemperatuur hoger is: [P427] + 2^C.
Stappen
Tabel
AIR_
D e
m i n i m u m
STP
kamertemperatuur instellen
Schakel nooit het apparaat uit, anders is de vorstbeveiliging van de woning niet gegarandeerd. Om deze reden moet de hoofdschakelaar
van het apparaat en/of van de elektrische installatie van de klant altijd gesloten blijven.
58
Koeling weg setpoint
Par.
Aanduiding
Vorstbeveiliging
Dit is de minimum toegelaten kamertemperatuur. Als de
427
van de woning
kamertemperatuur daalt onder dit setpoint, start het
setpoint
apparaat om te werken in verwarmingsbedrijf.
Aangepaste klimaatcurve van koeling:
offset aan de onderkant van de curve
25
20
15
10
5
0
10
15
offset aan de bovenkant van de curve
65
55
45
35
25
15
5
-40
-30
Bereik
Luchtsetpoint op parametermenu
20 tot 38 °C
Koeling thuis setpoint [P424]
20 tot 38 °C
Koeling thuis setpoint [P424] + koeling slaap setpoint [P425]
20 tot 38 °C
Koeling thuis setpoint [P424] + koeling weg setpoint [P426]
Bereik
Luchtsetpoint op parametermenu
12 tot 34 °C
Verwarming thuis setpoint [P421]
Verwarming thuis setpoint [P421] + verwarming slaap setpoint
12 tot 34 °C
Verwarming thuis setpoint [P421] + verwarming weg setpoint
12 tot 34 °C
Beschrijving
P413
20
25
30
35
Buitenluchttemperatuur (°C)
Klimaatcurve van verwarming:
P412
-20
-10
0
Buitenluchttemperatuur (°C)
[P422]
[P423]
Bereik
Standaard
6,0 tot
6
12,0
40
45
50
10
20
30
Bereik
20 tot 38 °C
0 tot 10°C
0 tot 10°C
Bereik
12 tot 34 °C
-10 to 0^C
-10 to 0^C
Vb.
Eenheid
10
°C