Constructie en werking
1 Constructie en werking
De pneumatische regelventielen type
3254-1 resp. type 3254-7 bestaan uit
het doorgangsventiel met één zitting type
3254 en de pneumatische aandrijving
type 3271 of type 3277.
Het ventiel wordt in de richting van de
pijl doorstroomd. Het verstellen van de
klep (3) volgt door verandering van de
op het membraan van de aandrijving (8)
werkende steldruk. De klepstang (6) met
de klep wordt via de koppeling (7) met de
membraanstang (8.1) van de aandrijving
(8) verbonden en via veerbelaste PTFE-
V-ring pakkingen (4.2) of via natrekbare
HT-pakkingen afgedicht.
4
EB 8060 NL
Veiligheidspositie:
Afhankelijk van de opstelling van de
drukveren (8.3) in de aandrijving heeft
het regelventiel twee verschillende veilig-
heidsposities:
Membraanstang door veer uitgaand:
Bij afname van de steldruk of bij uitval
van de hulpenergie bewegen de veren
de membraanstang naar onderen en
sluiten het ventiel.
Het ventiel wordt geopend bij toenemen-
de steldruk tegen de veerkracht in.
Membraanstang door veer ingaand:
Bij afname van de steldruk of bij uitval
van de hulpenergie bewegen de veren de
membraanstang naar boven en openen
het ventiel.
Het ventiel wordt gesloten bij toenemende
steldruk tegen de veerkracht in.