OPMERKING: In dit deel worden de
basisfuncties van de diverse bedie-
ningselementen van uw voertuig toe-
gelicht. Meer details over het gebruik
van individuele bedieningselementen
in combinatie met andere vindt u in de
BEDIENINGSINSTRUCTIES verder in
dit deel.
1) Gashendel
Wanneer hij wordt ingedrukt verhoogt
het motortoerental tot het juiste ni-
veau om te kunnen schakelen.
Zodra de hendel wordt losgelaten
keert de motor automatisch terug
naar stationair toerental en vertraagt
het voertuig geleidelijk.
vmo2008-020-003_a
TYPISCH
1. Gashendel
2. Om te versnellen
3. Om te vertragen
WAARSCHUWING
Controleer de werking van de gas-
hendel voordat u de motor start.
Werkt de gashendel niet goed,
spoor dan de oorzaak op. Ver-
help het probleem alvorens met
het voertuig te rijden. Doe een be-
roep op uw erkend dealer, als u het
probleem niet zelf kunt oplossen.
2) Snelheidsbegrenzer-
schroef
Dit voertuig is uitgerust met een in-
stelbare snelheidsbegrenzer. De snel-
heidsbegrenzer verhindert het volle-
dig openen van de gasklep, zelfs wan-
neer de gashendel helemaal wordt in-
gedrukt.
vmo2008-020-004_a
TYPISCH
1. Snelheidsbegrenzerschroef
2. Borgmoer
3. Gashendelbehuizing
Wanneer
schroef wordt ingedraaid, wordt het
maximaal beschikbare motorvermo-
gen verminderd, waardoor de maxi-
mumsnelheid van het voertuig daalt.
OPMERKING: De DS70 wordt in de
fabriek ingesteld op een snelheidsbe-
grenzing van 16 km/u (10 MPH) en
de DS90/DS90 X op een snelheidsbe-
grenzing van 24 km/u (15 MPH).
BRP raadt aan alle beginners in de leer-
fase te laten starten met ingedraaide
snelheidsbegrenzerschroef.
Volwassenen kunnen de snelheidsbe-
grenzerschroef geleidelijk uitdraaien
om de maximumsnelheid te verho-
gen, naarmate de beginneling meer
vertrouwd worden met de besturing
van het voertuig.
_____________________
de
snelheidsbegrenzer-
67