Instellen van het metronoomgeluid en het
aantal maatslagen per maat
Gebruik de onderstaande procedure om in te stellen dat er
een klokkenklank klinkt bij de eerste maatslag van elke maat
en een klikgeluid bij de resterende maatslagen.
• De beschikbare instellingen zijn Uit of een waarde tussen
1 t/m 16 maatslagen.
1.
Start de metronoom.
2.
Houd FUNCTION ingedrukt en gebruik dan de
METRONOME BEAT – en + klaviertoetsen om
de maatslag te veranderen.
• Door Uit (0) te selecteren wordt de klokkenklank
uitgeschakeld. Gebruik deze instelling wanneer u wilt
oefenen zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over
de eerste maatslag van elke maat.
• Druk de – en + klaviertoetsen tegelijk in om terug te
keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• De toetsenbordinvoer-LED brandt wanneer
FUNCTION is ingedrukt.
3.
Laat FUNCTION los om de instelprocedure af
te sluiten.
Veranderen van het volumeniveau van het
metronoomgeluid
1.
Start de metronoom.
2.
Houd FUNCTION ingedrukt en gebruik dan de
METRONOME VOLUME – en + klaviertoetsen
om het volumeniveau te veranderen.
• U kunt een volumewaarde instellen tussen 0 en 10.
• Druk de – en + klaviertoetsen tegelijk in om terug te
keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• De toetsenbordinvoer-LED brandt wanneer
FUNCTION is ingedrukt.
3.
Laat FUNCTION los om de instelprocedure af
te sluiten.
Luisteren naar
demonstratieweergave
U kunt de demonstratieweergavefunctie gebruiken om de
ingebouwde melodieën achter elkaar weer te geven.
1.
Houd FUNCTION ingedrukt en druk dan op de
B}6 klaviertoets.
C2
C3
De weergave van melodienummer "1" begint.
• De SONG LED gaat branden.
• Zie
"Selecteren van een
NL-8) voor informatie over het veranderen van de
demonstratiemelodie.
• De toetsenbordinvoer-LED brandt wanneer
FUNCTION is ingedrukt.
2.
Laat FUNCTION los.
3.
Om de demonstratieweergave te verlaten,
houdt u FUNCTION ingedrukt en drukt dan
nogmaals op de B}6 klaviertoets of u drukt op
a.
Selecteren van een demonstratiemelodie
Gebruik de onderstaande procedure om de melodie van de
demonstratieweergave te veranderen.
1.
Houd RHYTHM/SONG ingedrukt en druk dan
op een van de klaviertoetsen.
De demonstratieweergave van de geselecteerde melodie
begint.
• Aan elk van de klaviertoetsen is een melodie
toegewezen. Zie de "Melodielijst" (pagina NL-33) voor
een lijst van de melodietitels.
• De toetsenbordinvoer-LED brandt wanneer
RHYTHM/SONG is ingedrukt.
2.
Laat RHYTHM/SONG los om de
instelprocedure af te sluiten.
NL-8
Spelen op het keyboard
C4
C5
C6
B 6
demonstratiemelodie" (pagina
C7