Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

In- En Uitschakelen Van De Aanhoudfunctie (Sustain); Toevoegen Van Nagalm Aan De Noten (Reverb); Veranderen Van De Toonhoogte In Stappen Van Een Halve Toon (Transpose) - Casio Casiotone CT-S100 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor Casiotone CT-S100:
Inhoudsopgave

Advertenties

In- en uitschakelen van de
aanhoudfunctie (SUSTAIN)
Als de aanhoudfunctie is ingeschakeld, worden de noten langer
aangehouden wanneer de klaviertoetsen worden losgelaten.
1.
Houd FUNCTION ingedrukt en druk dan op de
SUSTAIN klaviertoets.
De aanhoudfunctie wordt ingeschakeld.
• Telkens wanneer op de SUSTAIN klaviertoets wordt
gedrukt, klinkt er een toon die u laat weten welke
instelling (aan of uit) is geselecteerd.
Hoge toon: Aan (ingeschakeld)
Lage toon: Uit (uitgeschakeld)
• De toetsenbordinvoer-LED brandt wanneer
FUNCTION is ingedrukt.
2.
Laat FUNCTION los om de instelprocedure af
te sluiten.
Toevoegen van nagalm aan de
noten (REVERB)
Gebruik de onderstaande procedure om nagalm toe te
voegen aan de noten die u speelt.
1.
Houd FUNCTION ingedrukt en druk dan op de
REVERB klaviertoets om een nagalmtype te
selecteren.
• U kunt een nagalmwaarde instellen in het bereik van
1 t/m 4.
• Telkens wanneer op de REVERB klaviertoets wordt
gedrukt, klinkt er een toon die u laat weten welke
instelling is geselecteerd.
Eén lage toon: Uit (uitgeschakeld)
Eén hoge toon: 1
Twee hoge tonen: 2
Drie hoge tonen: 3
Vier hoge tonen: 4
• De toetsenbordinvoer-LED brandt wanneer
FUNCTION is ingedrukt.
2.
Laat FUNCTION los om de instelprocedure af
te sluiten.
Regelen van het geluid van een uitvoering
Veranderen van de toonhoogte in
stappen van een halve toon
(TRANSPOSE)
De transponeerfunctie laat u de algehele toonhoogte
verhogen of verlagen in stappen van een halve toon. U kunt
deze functie gebruiken om de sleutel te verhogen of verlagen
zodat het gemakkelijker is om een stuk te spelen dat in een
moeilijke sleutel is geschreven, of voor aanpassing aan een
sleutel die beter past bij een zanger, een ander instrument
enz.
1.
Houd FUNCTION ingedrukt en gebruik dan de
TRANSPOSE klaviertoetsen om de
transponeerinstelling te veranderen.
• Het instelbereik is één octaaf omhoog (+12 halve
tonen) en omlaag (–12 halve tonen).
• Bij indrukken van de – klaviertoets wordt de
toonhoogte in eenheden van een halve toon verlaagd
en bij indrukken van de + toets wordt de toonhoogte in
eenheden van een halve toon verhoogd.
• Druk de – en + klaviertoetsen tegelijk in om terug te
keren naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
• De toetsenbordinvoer-LED brandt wanneer
FUNCTION is ingedrukt.
2.
Laat FUNCTION los om de instelprocedure af
te sluiten.
NL-10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave