Item
Tempo
20 t/m 255
Inititaliseren
Bedieningspiep-
Uit, Aan
toon
Demonstratie
Maatslag van
Uit, 1 t/m 16
metronoom
Volumeniveau
0 t/m 10
van metronoom
Aanhouden
Uit, Aan
Nagalm
Uit, 1 t/m 4
Transponeren
–12 tot 0 tot +12
Stemming
415,5 Hz tot 440,0 Hz
tot 465,9 Hz
• BIj het uit- en weer inschakelen van de stroom komen de toon en de andere instellingen op de oorspronkelijke
standaardinstellingen (pagina NL-6) te staan.
• De onderstaande instellingen blijven altijd behouden zelfs wanneer de stroom wordt uitgeschakeld.
− MIDI-uitgangskanaal
− Octaafverschuiving voor MIDI-uitgang
− Snelheid voor MIDI-uitgang
− Volumeniveau bij inschakelen
− MY SETUP bij opstarten
− Automatische stroomonderbreker
− Batterijtype
Instellingen
Verandert het tempo.
Zet alle instellingen terug op de
standaard-fabrieksinstellingen.
Wanneer deze functie is
uitgeschakeld (Uit), klinkt er geen
toon wanneer op een klaviertoets
wordt gedrukt terwijl FUNCTION
ingedrukt wordt gehouden.
Weergeven van de
demonstratiemelodie.
Verandert de maatslag van de
metronoom.
Verandert het volumeniveau van
de metronoom.
Indien ingeschakeld worden de
noten aangehouden waardoor
een rijke resonantie ontstaat.
Specificeert het type nagalm dat
wordt toegepast.
Met de transponeerfunctie kunt u
de algehele toonhoogte verhogen
of verlagen in stappen van een
halve toon.
U kunt deze functie gebruiken om
de sleutel te verhogen of verlagen
zodat het gemakkelijker is om een
stuk te spelen dat in een moeilijke
sleutel is geschreven, of voor
aanpassing aan een sleutel die
beter past bij een zanger, een
ander instrument enz.
Fijnstemmen van de totale
toonhoogte door de frequentie van
A4 in eenheden van 0,1 Hz te
veranderen.
Beschrijving
NL-24
Maken van functie-instellingen
Opmerkingen
• Druk – en + tegelijk in om terug te gaan
naar de oorspronkelijke
standaardinstelling of de aanbevolen
instelling.
• Druk – en + tegelijk in om terug te gaan
naar de oorspronkelijke
standaardinstelling.
• Druk – en + tegelijk in om terug te gaan
naar de oorspronkelijke
standaardinstelling.
• Telkens wanneer op de klaviertoets
wordt gedrukt, klinkt er een toon die u
laat weten welke instelling is
geselecteerd.
Hoge toon: Aan (ingeschakeld)
Lage toon: Uit (uitgeschakeld)
• Telkens wanneer op de klaviertoets
wordt gedrukt, klinkt er een toon die u
laat weten welke instelling is
geselecteerd.
Eén lage toon: Uit (uitgeschakeld)
Eén hoge toon: 1
Twee hoge tonen: 2
Drie hoge tonen: 3
Vier hoge tonen: 4
• Druk – en + tegelijk in om terug te gaan
naar de oorspronkelijke
standaardinstelling.