Oproepen van MY SETUP
1.
Druk op MY SETUP.
De basisinstelling is opgeslagen wanneer u een
invoertoon hoort.
Activeren van MY SETUP bij inschakelen van
de stroom
Gebruik de onderstaande procedure om MY SETUP te
activeren bij het inschakelen van de stroom, wat betekent dat
de MY SETUP-instellingen worden toegepast telkens
wanneer het instrument wordt ingeschakeld.
1.
Houd FUNCTION ingedrukt en druk dan op de
F{4 klaviertoets voor het activeren van MY
SETUP bij het inschakelen van de stroom.
C2
C3
C4
• Telkens wanneer op de F{4 klaviertoets wordt
gedrukt, klinkt er een toon die u laat weten welke
instelling (aan of uit) is geselecteerd.
Hoge toon: Aan (ingeschakeld)
Lage toon: Uit (uitgeschakeld)
• De toetsenbordinvoer-LED brandt wanneer
FUNCTION is ingedrukt.
2.
Laat FUNCTION los om de instelprocedure af
te sluiten.
C5
C6
C7
F 4
Weergeven van een
ingebouwde melodie
Melodieën
Bij dit Digitale Keyboard wordt de term "melodie" gebruikt om
een muziekstuk aan te duiden. U kunt voor uw eigen plezier
naar de ingebouwde melodieën luisteren of u kunt met ze
meespelen om ze te oefenen.
Selecteren van een melodie om
weer te geven
Starten en stoppen van de melodieweergave
1.
Druk een aantal malen op RHYTHM/SONG
totdat de SONG LED brandt.
2.
Houd RHYTHM/SONG ingedrukt en druk dan
op een van de klaviertoetsen.
De weergave van de geselecteerde melodie begint.
• Aan elk van de klaviertoetsen is een melodie
toegewezen. Zie de "Melodielijst" (pagina NL-33) voor
een lijst van de melodieën.
• De toetsenbordinvoer-LED brandt wanneer
RHYTHM/SONG is ingedrukt.
3.
Laat RHYTHM/SONG los.
4.
Druk op a om de melodie te stoppen.
5.
Druk nogmaals op a om de weergave van de
melodie te hervatten.
• Wanneer u de melodiefunctie gaat gebruiken terwijl de
metronoom klinkt of een ritme wordt weergegeven, zal die
andere geactiveerde functie stoppen.
NL-12