6 Onderhoud
COOLANT
1 cm
Het koelvloeistofniveau moet ca. 1 cm onder
de onderzijde van de vulnek staan.
Tijdens het vullen wordt automatisch ont-
lucht!
• Plaats na het vullen de vuldop terug en
breng de plug weer aan.
• Controleer het koelvloeistofniveau in het
warmtewisselaarhuis nadat de motor voor
de eerste keer in bedrijf is geweest, bedrijfs-
temperatuur bereikt heeft en weer afge-
koeld is tot omgevingstemperatuur.
• Bijvullen, indien noodzakelijk.
Koelvloeistof vervangen
Elke 1000 bedrijfsuren.
B
oiLer
Als op de motor een boiler is aangesloten
en deze boiler is hoger opgesteld als de
bovenzijde van de motor dan wordt deze
niet automatisch ontlucht! Vul de boiler
apart om het koelsysteem volledig te ont-
luchten.
v
oorzichtiG
Vul het koelsysteem nooit bij met zeewater of
met brak water.
83